Algemeen
overzicht van de
machine
Figuur 3
1. Zijafvoertunnel
2. Keuzepen voor maaihoogte 6. Parkeerremhendel
3. Bedieningsorganen
4. Rijhendel
Bedieningsorganen
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle
bedieningsorganen voordat u de motor start en de
machine gebruikt (Figuur 3 en Figuur 4).
Figuur 4
1. Contactschakelaar
2. Urenteller
3. Aftakasschakelaar
5. Brandstoftankdop (beide
kanten)
7. Maaidek
8. Voorste zwenkwiel
4. Chokehendel
5. Gashendel
Urenteller gebruiken
De urenteller (Figuur 5) registreert het aantal uren
dat de motor in bedrijf is geweest. De urenteller
werkt als de motor loopt. Gebruik deze tijden om
regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen.
Figuur 5
1. Urenteller
Gebruik van de Brandstofklep
De machine heeft twee brandstoftanks, een
op de linkerkant en een op de rechterkant.
Iedere tank is verbonden met een afsluitklep en
vervolgens met een tee. Hiervandaan loopt een
gemeenschappelijke brandstofslang naar de motor
(Figuur 6).
Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine
transporteert of stalt.
Figuur 6
1. Brandstofklep
13