De maximale stroomsterkte
voor alle contactdozen
bedraagt in totaal 5 A.
Bij een te lage accuspanning
en bij overschrijding van de
maximale belastbaarheid
wordt de contactdoos auto-
matisch uitgeschakeld.
Gebruik van extra
apparatuur
Extra apparatuur kan alleen bij
ingeschakeld contact worden
gebruikt. Wordt het contact
uitgeschakeld, blijft de extra
apparatuur in bedrijf. Circa 15
minuten na het uitschakelen
van het contact en tijdens het
starten wordt de boordcontac-
tdoos uitgeschakeld om het
boordnet te ontlasten.
Ligging van de bedrading
De draden van de contact-
doos naar het accessoire
moeten zo worden aange-
bracht dat ze
– de berijder niet hinderen
– de stuuruitslag en de rijei-
genschappen niet beperken
of hinderen
– niet ingeklemd kunnen
worden
Ondeskundig aange-
brachte bedrading kan
de berijder in zijn bewe-
gingsvrijheid hinderen.
Bedrading aanbrengen zoals
hierboven beschreven.c
5
81