Noodstopschakelaar
4
42
z
1
Noodstopschakelaar
WAARSCHUWING
Bedienen van de noodstop-
schakelaar tijdens het rijden
Gevaar voor vallen door blokke-
rend achterwiel
De noodstopschakelaar nooit
tijdens het rijden bedienen.
Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op een-
voudige wijze snel worden afge-
zet.
A
Motor uitgeschakeld
B
Bedrijfsstand
OPMERKING
De motor kan alleen in de be-
drijfsstand worden gestart.
Verlichting
Stads- en dimlicht
Het stadslicht wordt automatisch
tegelijk met het contact inge-
schakeld.
OPMERKING
Het stadslicht belast de accu.
Het contact slechts voor een be-
perkte tijdsduur inschakelen.
Het dimlicht wordt automatisch
ingeschakeld na het starten van
de motor.
OPMERKING
U kunt bij een afgezette motor
het licht inschakelen, door bij in-
geschakeld contact het grootlicht
in te schakelen of het lichtsignaal
te bedienen.