met de waarden op het multi-
functioneel display.
Aanpassing van de
bandenspanning
Vergelijk de RDC-waarde op het
multifunctioneel display met de
waarde op de achterzijde van de
omslag van de handleiding. De
afwijking tussen beide waarden
moet met de bandenspannings-
meter worden gecompenseerd.
Voorbeeld: Volgens de hand-
leiding moet de bandenspan-
ning 2,5 bar bedragen, op het
multifunctioneel display wordt
2,3 bar weergegeven. De ban-
denspanningsmeter bij het tank-
station geeft 2,4 bar aan. Deze
waarde moet met 0,2 bar wor-
den verhoogd tot 2,6 bar, om de
correcte bandenspanning in te
stellen.
Electronic Suspension
Adjustment ESA II
met Electronic Suspension Ad-
SU
justment (ESA II)
Aanpassingen van het
onderstel
Afhankelijk van de belading van
de motorfiets moet eerst de
juiste beladingstoestand wor-
den geselecteerd als de mo-
torfiets stilstaat. Afhankelijk van
de dan gekozen rijmodus wor-
den aan beide veerelementen de
dempingen en aan het achterste
veerelement de veerbasis en de
veerstijfheid ingesteld. Bij veran-
dering van de gekozen rijmodus
wordt behalve de demping van
de beide veerelementen ook de
veerstijfheid van het achterste
veerelement aangepast. Hierdoor
kan het onderstel heel nauwkeu-
rig worden aangepast aan alle
rijomstandigheden, ook tijdens de
rit.
De combinatie van veerbasis,
demping en veerstijfheid zorgt
ervoor dat de geometrie van
het onderstel altijd goed is.
De statische normaal belaste
toestand blijft ook tijdens het
rijden praktisch behouden.
De verschillende rijomstandig-
heden en beladingstoestanden
worden gecompenseerd, zodat
het rijgedrag van de motorfiets
constant blijft.
De elektrische verandering
van de veerstijfheid is mogelijk
door de combinatie van een
conventionele schroefveer met
een kunststof element (Elasto-
gran), waarvan de zijdelingse
uitzetting elektrohydraulisch via
een beweegbare bus kan worden
beperkt. Hoe verder de bus het
kunststof element omsluit, des te
meer de uitzetting ervan wordt
6
85
z