ONTLUCHTEN
Nooit roken of een vlam in de buurt brengen tijdens het ontluchten van het voedingssysteem brandstof.
Het voedingscircuit van de brandstof steeds ontluchten als:
- Het brandstofreservoir werd leeg gemaakt en werd opnieuw gevuld.
- Er werd een brandstoftekort vastgesteld en het brandstofreservoir werd gevuld.
- Een component van het brandstoftoevoersysteem werd gereinigd of vervangen.
Als de motor onregelmatig draait of stilvalt na het ontluchten van het voedingssysteem brandstof, controleer dan de
staat van het hele voedingssysteem brandstof.
HET BRANDSTOFFILTER ONTLUCHTEN
- Open de kap van de bovenwagen links.
- Open de draaibare motorplaat,
- Plaats een druipbak onder de brandstoffilter
2
- Draai de kraan
in de positie
- Draai de aftapschroef los
- Lokaliseer de brandstofpomp
- Zet de manuele pomp in gang
- Blijf pompen en draai de aftapschroef vast.
INJECTIEPOMP ONTLUCHTEN
- Lokaliseer de aftapschroef
- Draai de aftapschroef los.
- Zet de manuele pomp in gang
- Blijf pompen en draai de aftapschroef vast.
- Zet de hoogwerker aan. Start de verbrandingsmotor.
- Laat die gedurende 5 minuten draaien.
- Controleer of er geen lekkages zijn.
- Stop de verbrandingsmotor. Zet de hoogwerker uit.
- Sluit de draaibare motorplaat,
- Sluit de bovenwagenkap links.
BELANGRIJK
OCCASIONELE WERKING.
1
.
ON
.
3
.
4
.
5
tot de brandstof uit de aftapschroef loopt.
6
en zet er een druipbak onder.
5
tot de brandstof uit de aftapschroef loopt.
OCCASIONELE WERKING.
Voedingssysteem brandstof
3 - 55
1
ON
ON
ON
OFF
2
3
2
6
5
4