COMMANDO'S: ROTATIE BOVENWAGEN, HOOFDARM, FUNCTIES X-Y, UITSCHUIFBARE ARM, SLINGERARM, UITSCHUIFBARE
SLINGERARM (280 TJ), HELLING MAND/SLINGERARM, HELLING MAND (280 TJ) EN ROTATIE MAND
OPMERKING: De verbrandingsmotor is gestart.
BEDIENINGSPANEEL OP DE GROND:
- De selectieschakelaar van de commando's op de grond/in de mand niet aanraken. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om een commando te activeren.
- De selectieschakelaar van de commando's op de grond/in de mand indrukken en naar rechts houden
commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het moet mogelijk zijn om alle commando's te activeren.
- Z e t d e m a c h i n e i n t r a n s p o r t s t a n d . Z e t d e b o v e n w a g e n e n d e m a n d i n n e u t r a l e s t a n d .
Laat de slingerarm volledig neer.
BEDIENINGSPANEEL IN DE MAND:
- Het pedaal niet aanraken. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om een commando te activeren.
- Druk op het pedaal en houd dit ingedrukt. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het moet mogelijk zijn om alle commando's te activeren.
- Zet de hoogwerker in transportstand. Zet de bovenwagen en de mand in neutrale stand.
COMMANDO'S: RIJDEN/REMMEN/STUREN (TRANSPORTPOSITIE)
OPMERKING: De verbrandingsmotor is gestart.
BEDIENINGSPANEEL IN DE MAND:
- De slingerarm lichtjes opheffen voor een goede zichtbaarheid.
- De snelheid SCHILDPAD
- Het pedaal niet aanraken. Raak de veer van de bedieningshendel niet aan. Probeer met de hoogwerker te rijden en te
sturen.
- Het pedaal niet aanraken. Druk op de veer van de bedieningshendel en houd deze ingedrukt. Probeer met de hoogwerker
te rijden en te sturen.
- Druk het pedaal in en houd het ingedrukt. De veer van de bedieningshendel niet aanraken. Probeer met de hoogwerker
te rijden en te sturen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om de commando's te activeren.
- Druk het pedaal in en houd het ingedrukt. De veer van de bedieningshendel niet indrukken. Probeer te rijden en te sturen.
- Rijd met de hoogwerker naar voren, stuur naar links/rechts en rem. Achteruit rijden en remmen.
- Selecteer de snelheid HELLING
- Selecteer de snelheid HAAS
Resultaat:
• Het rijden en sturen moeten correct verlopen.
• De remmen moeten correct werken.
- Test de stuurmodi KRAB, 2 STUURWIELEN en 4 STUURWIELEN EN SCHILDPAD-snelheid
Resultaat:
• De stuurmodi moeten correct werken.
• De lampjes voor de uitlijning van de wielen moeten correct werken.
selecteren.
en doe de test opnieuw.
en doe de test opnieuw.
3 - 17
. De
.