250H - PERIODIEK ONDERHOUD - NA ELKE 250 WERKUREN OF 6 MAAND
CONTROLEREN
50H: MAANDELIJKS ONDERHOUD OF OM DE 50 BEDRIJFSUREN.
CONTROLEREN
50H: MAANDELIJKS ONDERHOUD OF OM DE 50 BEDRIJFSUREN.
CONTROLEREN
50H: MAANDELIJKS ONDERHOUD OF OM DE 50 BEDRIJFSUREN.
CONTROLEREN
50H: MAANDELIJKS ONDERHOUD OF OM DE 50 BEDRIJFSUREN.
CONTROLEREN
50H: MAANDELIJKS ONDERHOUD OF OM DE 50 BEDRIJFSUREN.
CONTROLEREN
Bij twijfel over de toestand van de riem,
- Open de kap van de bovenwagen links.
- Controleer de toestand van de riem
- Controleer de spanning van de riem tussen de riemschijven van de krukas en de
alternator:
• Breng een druk aan met de duim = 98 N. De speling
9 mm zijn.
- Stel indien nodig bij:
• Draai de schroeven
• Pas de spanning van de riem aan door de alternator te draaien.
• Draai de schroeven
• Ga de spanning van de riem opnieuw na.
- Sluit de bovenwagenkap links.
CONTROLEREN
De controle voor het aandraaien van de bevestigingsschroeven moet uiterlijk na 50 bedrijfsuren gebeuren. Daarna is
het nodig de controle om de 250 bedrijfsuren uit te voeren.
De niet-naleving van deze instructie kan een defect van de bevestigingsschroeven veroorzaken en de zwenkcilinders
- Verwijder de kappen
- Controleer het aanhaalmoment op alle schroeven
• 407 N.m ±40 N.m
- Breng de kappen links en rechts weer aan.
OOK HET DAGELIJKS ONDERHOUD UITVOEREN.
BELANGRIJK
500HVERVANGEN: ALTERNATOR-/VENTILATORRIEM.
1
. Let dan zeker op barsten of slijtage.
2
los.
2
vast.
Aandraaimoment van de bevestigingsschroeven van de
BELANGRIJK
beschadigen.
1
, links en rechts.
Injectieleidingen, brandstofslangen en vastklembeugels
Dichtheid van de differentiëlen voor- en achteras
Dichtheid van de snelheidsvertragers voor- en achterwiel
Aandraaimoment van de moeren van de wielen
Alternator-/ventilatorriem
A
moet tussen de 7 en
zwenkcilinders
2
, aan de linker- en rechterkant:
3 - 28
Dichtheid van de reductiekast
2
A
1
2
2
1
2