De draadloze sensoren koppelen
Voordat u kunt koppelen, moet u de hartslagmeter omdoen of de sensor plaatsen.
Koppelen is het maken van een verbinding met ANT+ of Bluetooth draadloze sensors, bijvoorbeeld het
verbinden van een hartslagmeter met uw Garmin toestel.
1 Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij sensoren van andere gebruikers vandaan bent
tijdens het koppelen.
2 Selecteer
> Sensors > Voeg sensor toe.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer een sensortype.
• Selecteer Zoek alles om sensors in de buurt te zoeken.
Er wordt een lijst met beschikbare sensoren weergegeven.
4 Selecteer een of meerdere sensoren om te koppelen met uw toestel.
5 Selecteer Voeg toe.
Wanneer de sensor is gekoppeld met uw toestel, is de sensorstatus Verbonden. U kunt een gegevensveld
aanpassen om sensorgegevens weer te geven.
Trainen met vermogensmeters
• Ga naar
www.garmin.com/intosports
(zoals Rally
™
en Vector
• Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van uw vermogensmeter.
• Pas uw vermogenszones aan uw doelen en mogelijkheden aan
• Gebruik bereikwaarschuwingen om te worden gewaarschuwd wanneer u een bepaalde vermogenszone
bereikt
(Bereikwaarschuwingen instellen,
• Pas de vermogensgegevensvelden aan
Uw vermogenszones instellen
De waarden voor deze zones zijn standaardwaarden en passen mogelijk niet bij uw persoonlijke vaardigheden.
U kunt uw zones handmatig aanpassen op het toestel of gebruikmaken van Garmin Connect. Als u weet wat
uw FTP-waarde (Functional Threshold Power) is, kunt u deze opgeven zodat de software automatisch uw
vermogenszones kan berekenen.
1 Selecteer
> Mijn statistieken > Trainingszones > Vermogenszones.
2 Voer uw FTP-waarde in.
3 Selecteer Op basis van:.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer watt om de zones in watt weer te geven en te wijzigen.
• Selecteer % FTP om de zones als een percentage van uw FTP-waarde weer te geven en te wijzigen.
De vermogensmeter kalibreren
Voordat u uw vermogensmeter kunt kalibreren, moet deze correct zijn geïnstalleerd, gekoppeld met uw toestel
en actief gegevens vastleggen.
Raadpleeg de documentatie van de fabrikant voor instructies over het kalibreren van uw vermogensmeter.
1 Selecteer
> Sensors.
2 Selecteer uw vermogensmeter.
3 Selecteer Kalibreer.
4 Zorg dat uw vermogensmeter actief blijft door te blijven trappen tot het bericht wordt weergegeven.
5 Volg de instructies op het scherm.
44
voor een lijst met ANT+ sensoren die compatibel zijn met uw toestel
™
).
pagina 53).
(Een gegevensscherm toevoegen,
(Uw vermogenszones instellen,
pagina 52).
pagina 44).
Draadloze sensoren