5 Onderhoud en reparaties
Aandrijfwielen
Apparaataansluiting
Stuurdrager
•
Bij de eerste inbedrijfstelling en bij iedere
wielvervanging de wielbouten resp. wiel-
moeren na de eerste 2 bedrijfsuren en dan
om de 25 bedrijfsuren met 50 Nm aandraai-
en of controleren, anders altijd bij service-
werkzaamheden.
•
De bandenspanning van de banden vaker
controleren; let er vooral op dat de banden-
spanning in beide banden telkens gelijk is
om een moeiteloos rijden mogelijk te maken
- niet boven de max. bandenspanning vul-
len!
De max. bandenspanning kan aan de wand
van de band afgelezen worden.
Bij een te hoge bandenspanning is
er ontploffingsgevaar.
Reparatiewerkzaamheden aan de banden en
bandenvervanging mogen alleen door deskundig
personeel en met geschikt montagegereedschap
worden uitgevoerd.
Telkens na 50 bedrijfsuren resp. na iedere reini-
ging de smeernippels met biologisch smeervet
smeren.
Het uiteinde van de krachtafnemer bovendien
voor iedere montage met vet insmeren.
Telkens jaarlijks resp. na iedere reiniging met
een hogedrukreiniger de smeernippels met bio-
logisch smeervet smeren.
Op het vetpunt moet er een vetkraag aanwezig
zijn die het lagerpunt tegen het binnendringen
van vuil en water beschermt.
Eenassige tractor agria 3600
59