1 Veiligheidstechnische aanwijzingen
•
verwijderede
beschermings- en veiligheidsinrich-
tingen
•
gebruik van niet-vrijgegeven aan-
bouwapparaten
•
niet opgevolgde onderhoudsinterval-
len
•
achterwege gelaten metingen en
controles voor het op tijd herkennen
van beschadigingen
•
het niet vervangen van slijtdelen
•
gebrekkig of niet uitgevoerde on-
derhouds-,
resp.
zaamheden
•
niet bedoeld gebruik.
•
met defecte elektrische of mechani-
sche apparaten werken
•
transport- en manoeuvreerritten met
ingeschakeld aangekoppeld appa-
raat
Algemene veiligheids- en on-
gevalpreventievoorschriften
Basisregels:
De
geldende
ongevalpreventievoor-
schriften, evenals de voorschriften op
het gebied van gezondheid en het
openbaar verkeer moeten worden opge-
volgd.
Bij het gebruik van de openbare weg
geldt de wegenverkeerswet in de gel-
dende meest recente versie.
De machine voor elk gebruik controleren
op de veiligheid in het verkeer en voor
het gebruik!
De machine mag alleen worden ge-
bruikt, onderhouden en gerepareerd
door personen, die hiermee vertrouwd
zijn en zijn geïnstrueerd m.b.t. de geva-
ren.
Jongeren van jonger dan 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
12
of
gemanipuleerde
reparatiewerk-
Eenassige tractor agria 3600
Werk alleen bij goede licht- en zichtom-
standigheden.
De bekleding van de bediener moet
nauwsluitend zijn. Veiligheidsschoenen
dragen!
De aangebrachte instructie- en waar-
schuwingsbordengeven
instructies voor een gevaarloos bedrijf,
het opvolgen hiervan is voor uw eigen
veiligheid!
Voor het transport op aangedreven
voertuigen of aanhangers buiten het te
bewerken oppervlak moet de motor
worden uitgeschakeld.
Wees voorzichtig bij draaiende werktui-
gen - veiligheidsafstand!
Wees voorzichtig bij nalopende werktui-
gen.
Voor
werkzaamheden
wachten tot ze stilstaan!
Bij aangedreven onderdelen bevinden
zich knel- en schaarlocaties!
Het meerijden op de werkuitrusting tij-
dens de werkzaamheden is niet toege-
staan.
Rijgedrag, stuur- en evt. rembaarheid
alsmede
kantelgedrag
aangekoppelde of aangehangen appara-
ten en belading beïnvloed. Let daarom
op voldoende bestuur- en rembaarheid.
De werksnelheid aanpassen aan de
betreffende omstandigheden.
De toerentalinstellingen van de motor
niet verstellen. Een hoog toerental ver-
hoogd het ongevalgevaar.
Werk- en gevarenzone
De werkzone is het totale te bewerken
oppervlak. De gebruiker is verantwoor-
delijk voor iedereen die zich binnen de
werkzone bevindt.
De aanwezigheid binnen de gevarenzo-
ne van de machine is verboden (pagina
44).
Controleer voor het starten en optrekken
het werkgedeelte. Let vooral op kinderen
en dieren!
belangrijke
hieraan
worden
door