.
E. De programmeerbare starttijd wijzigen
Stroom (A)
Starttijd
1
Druktoetsschakelaar voor
stroomsterkte
2
Instelknop
3
Ampèremeter
De start−oplooptijd wijzigen
F.
Stroom (A)
Start-oplooptijd
1
Druktoetsschakelaar voor
stroomsterkte
2
Instelknop
3
Ampèremeter
De vooringestelde minimum stroomsterkte wijzigen
G.
Stroom (A)
1
Druktoetsschakelaar voor
stroomsterkte
2
Instelknop
3
Ampèremeter
Ga als volgt te werk om de vooringestelde
minimum stroomsterkte bij te stellen:
OM−216 869 Pagina 54
Een complete Onderdelenlijst is verkrijgbaar op www. MillerWelds.com
TIME
Ga als volgt te werk om de programmeer-
bare starttijd af te stellen:
Druk op de stroomsterkteschakelaar tot de
huidige startstroom in milliseconden op de
ampèremeter te zien is en kan worden bij-
SSLP
Ga als volgt te werk om de start-oplooptijd
bij te stellen:
Druk op de stroomsterkteschakelaar tot de
huidige startstroom in milliseconden op de
ampèremeter te zien is en kan worden bij-
PMIN
Vooringestelde minimum stroomsterkte
Druk op de stroomsterkteschakelaar tot de
huidige startstroom op de ampèremeter te
zien is en kan worden bijgesteld door de
regelknop te verdraaien(zie hoofdstuk
5-14).
De
vooringestelde
stroomsterkte kan afzonderlijk worden in-
gesteld voor AC en DC.
3
10m
gesteld door de regelknop te verdraaien
(zie hoofdstuk 5-14).
Ga verder bij hoofdtuk F voor het wijzigen
van de start-oplooptijd.
3
20m
gesteld (zie hoofdstuk 5-14) door de regel-
knop te verdraaien.
Ga verder bij hoofdstuk G voor het wijzigen
van
de
vooringestelde
stroomsterkte.
3
5 A
.
De stroomsterkte die als vooringestelde
minimum stroomsterkte wordt gekozen
word de minimum stroomsterkte die de
machine zal leveren bij wissel- of
minimum
gelijkstroom.
2
1
2
1
minimum
2
1