Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Automatiserings Procedure, Type 1 (Pen 20 Verbonden Met Pen 8) - Miller Dynasty 350 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

.
Vervolg van hoofdstuk A op vorige pagina.
18
Uitgang
+10 volts DC = Ten opzichte van pen 11. Bedoeld voor gebruik met een externe potentiometer om de spanning op pen
17 te variëren (pen C van 14−polige stekkerdoos).
19
Ingang
Uitschakeling hoogfrequent = Wanneer verbonden met pen 8, is het hoogfrequent uitgeschakeld.
23
Uitgang
Indicatie van de eindflank = Te gebruiken in combinatie met pen 24. De pen is kortgesloten met pen 24 tijdens
de eindflank van het lasproces. Elektrische specificatie: transistor met open collector, maximaal 27 volt DC piekwaarde
bij 75 mA. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
24
Uitgang
Referentie van de indicatie eindflank = Te gebruiken in combinatie met pen 23. Bedoeld om aan te sluiten
op de massa van de externe voeding. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
Alle andere pennen zijn niet in gebruik.
B. Automatiserings procedure, type 1 (pen 20 verbonden met pen 8)
Gebruik deze procedure als alleen de basisfuncties van de automatisering nodig zijn, of als men ook controle van start− en
eind lascyclus nodig heeft. Deze functies zijn start/stop, lasboogindicatie, gasklepregeling, hoogfrequent uitschakelen,
afstandsbediening geheugenlocaties, en lasnoodstop. De lasstroombron werkt als standaardapparaat. Automatiserings
procedure 2 is bedoeld om te gebruiken als de pulsgolfvorm extern geregeld moet kunnen worden, of als de lasstroom
sterk beïnvloed wordt door stoorsignalen in de bekabeling tussen de afstandsbediening en lasapparatuur.
3
8
7
14
13
12 11
19
18
20
24 23
25
27
28
Signaal−
Pen
richting
1
Ingang
Start/stop = Verbinding met pen 8 start de lascyclus. Verbreken stopt de lascyclus. Bij moment schakelen het apparaat
op 2T in stellen. Bij moment schakelen langer dan 100 milliseconden, maar minder dan 750 milliseconden wordt het
uitgangsvermogen in en uit geschakeld.
2
Ingang
Lasnoodstop = Om van buitenaf het lassen te kunnen stoppen en de normale lascyclus af te breken, bijvoorbeeld gestuurd
door een lichtgordijn of externe noodstopschakelaar. Verbinding met pen 8 moet gehandhaafd blijven. Als die verbinding wordt
verbroken wordt de lasspanning uitgeschakeld, de nagastijd gaat in, en op de display staat AUTO STOP.
3
Ingang
Gasklepregeling = Deze ingang dient om de gasstroom te kunnen regelen los van de standaardregeling voor voor− en
nagas. Verbinding met pen 8 activeert de gasklep.
4
Uitgang
Lasboogindicatie = Te gebruiken in combinatie met pen 9. Deze uitgang dient om naar externe apparatuur te signaleren
dat het apparaat een lasboog heeft gedetecteerd. De pen is doorverbonden met pen 9 als de lasspanning ingeschakeld
is en er minder dan 65 volt lasspanning aanwezig is bij belasting. Elektrische specificatie: transistor met open collector,
maximaal 27 volt DC piekwaarde bij 75 mA. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
5
Uitgang
De actuele indicatie van de lasspanning = 1 volt DC t.o.v. pen 11, per 10 volt lasspanning.
6
Uitgang
De actuele indicatie van de lasstroom = 1 volt DC t.o.v. pen 11, per 100 ampère lasstroom.
7
Uitgang
+15 volt DC = t.o.v. pen 11 (pin A van 14−polige stekkerdoos).
8
Uitgang
Referentie = Deze pen dient als referentie voor de pennen 1, 2, 3, 10, 15 en 16.
9
Uitgang
Referentie voor lasboogindicatie = Te gebruiken in combinatie met pen 4. Bedoeld om aan te sluiten op de massa van
de externe voeding. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
10
Ingang
Geheugenkeuze = Dient om te schakelen tussen de geheugenplaatsen. Gebruikt in combinatie met de pennen 15 en 16.
(Zie de hoofdstukken 4−14 en 5−14.)
11
Uitgang
Referentie voor de stroomsturing = Te gebruiken met de pennen 5, 6, 7, 17 en 18 (pen D van de 14−polige stekkerdoos).
12
Uitgang
Massa van lasapparaat = Veiligheidsaarde. Alleen aan te sluiten als apparatuur van de gebruiker en het lasapparaat
dezelfde potentiaal moeten hebben.
13
Uitgang
Blokkering van bepaalde lascyclus = Te gebruiken in combinatie met pen 14. Gebruikt om een signaal te zenden naar
een automatische spanningsregeling, om de spanning in bepaalde situaties te negeren. De pen is doorverbonden met
pen 14 als het lasapparaat in de lascyclus startstroom, beginflank, eindflank, eindstroom of dalstroomtijd bij pulserend
lassen is. Elektrische specificatie: transistor met open collector, maximaal 27 volt DC piekwaarde bij 75 mA.
(Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden)
Zie verder de volgende pagina
Een complete Onderdelenlijst is verkrijgbaar op www. MillerWelds.com
2
1
6
5
4
9
10
17
15
16
22
21
26
Peninformatie van 28−pens stekkerdoos RC28
803 900−A / 218 716−A
OM−216 869 Pagina 21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dynasty 700Maxstar 350Maxstar 700

Inhoudsopgave