.
5-9. Pulsregeling
Instelling percentage
(%) piektijd
Piek 50%/Achtergrond 50%
In evenwicht (50%)
Langere tijdsduur
(80%)
van de piekspanning
Langer tijdsduur
(20%)
van de grondstroom
Een complete Onderdelenlijst is verkrijgbaar op www. MillerWelds.com
3
1
4
Golfvormen van de pulserende
uitgangsspanning
PPS
Piekstroom
Grondstroom
1
Pulsregeling
Pulseren is beschikbaar tijdens het TIG-proces. De re-
gelknoppen kunnen tijdens het lassen worden bijgesteld.
2
Druk op de drukschakelaar om de pulseerfunctie
in te schakelen.
AAN - Als deze LED brandt, is de puls functie ingeschakeld.
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste parameter-
LED oplicht.
Om de puls functie uit te schakelen moet u op de druk-
schakelaar drukken en deze pas loslaten als de Aan-
LED uitgaat.
2
Instelknop (waarde instellen)
3
Ampèremeter (geeft de waarde weer)
Zie hoofdstuk 5-14 voor alle parameterwaarden van de
puls functie.
PPS − Pulsfrequentie of pulsen per seconde is het aantal
pulsslagen per seconde. Pulsfrequentie helpt de invoer van
warmte te verminderen, het help vervorming voorkomen
en zorgt mede voor een fraaiere lasnaad. Hoe hoger de
PPS-instelling, des te gladder het rimpeleffect, des te
smaller de lasnaad en des te meer koeling u krijgt. Als u de
PPS in het lager bereik zet, is de puls trager en wordt de
lasnaad breder. Dit trage pulseren helpt bij het in beweging
brengen van het lasbad zodat gas dat in het laswerkstuk
is opgesloten, kan vrijkomen, Ook helpt het de poreusheid
te verminderen (zeer handig bij het lassen van aluminium).
Sommige beginners gebruiken een langzamere puls-
snelheid (2-4 pps) om hen te helpen bij hun timing bij het
toevoegen van vulmateriaal. Een ervaren lasser kan de
PPS-instelling veel hoger zetten, afhankelijk van de per-
soonlijke voorkeur en van wat ze proberen te bereiken.
PEAK t (piektijd) − De piektijd (PEAK t) is het percentage
tijd van elke pulscyclus op piekstroomniveau (hoofdstroom).
De piekspanning wordt ingesteld met de spanningsregeling
(zie hoofdstuk 5-3). Als er één puls per seconde wordt
gebruikt en de piektijd is ingesteld op 50%, dan is er een
halve seconde piekstroom en de andere 50%, ofwel een
halve seconde, is er achtergrondstroom. Het verhogen
van de piektijd verhoogt de tijd dat er sprake is van piek-
stroom, wat ook de warmte-invoer in het werkstuk ver-
hoogt. Een goed startpunt voor piektijd is ongeveer
50-60%. Om een goede verhouding te vinden moet u wat
experimenteren; waar het uiteindelijk om draait is dat u
de warmte-invoer in het werkstuk vermindert en de las-
naad een fraaier uiterlijk geeft.
BKGND A - (achtergrondstroom) wordt ingesteld als
percentage van de piekstroom. Als de piekstroom wordt
ingesteld op 200 en de achtergrondstroom op 50%, dan
is de achtergrondstroom 100 A als de machine pulseert
aan de achterzijde van de pulsslag. De lagere achter-
grondstroom helpt bij het verminderen van de warmte-in-
voer. Het verhogen of verlagen van de achtergrond-
stroom verhoogt of verlaagt de gemiddelde spanning,
waarmee u mede kunt bepalen hoe het lasbad is aan de
achterzijde van de pulsslag. Algemeen gesproken wilt u dat
uw lasbad tot ongeveer de helft kleiner wordt maar toch
vloeibaar blijft. Stel allereerst de achtergrondstroom in op
ongeveer 20-30% voor roestvrij staal en koolstofstaal of op
ongeveer 35-50% voor aluminium legeringen.
4
Golfvormen van de pulserende uitgangsspanning
Het voorbeeld laat zien wat het effect is op de pulserende
golfvorm als de piektijd wordt veranderd.
Toepassing:
Pulseren is het afwisselend verhogen en verlagen van de
lasuitgangsspanning met een bepaalde snelheid. De
verhoogde gedeelten van de lasuitgangsspanning wor-
den geregeld in breedte, hoogte en frequentie waardoor
pulsering in de lasuitgangsspanning ontstaat. Deze pul-
sen en het lagere stroomsterkteniveau ertussen (ook wel
achtergrondstroom genoemd), verhitten en koelen af-
wisselend het smeltbad. Dit gecombineerde effect zorgt
voor een betere controle van de inbranding, de breedte
van het bad, de bolling, de lasondersnijding en de warm-
tetoevoer. De regeling kan tijdens het lassen worden bij-
gesteld.
Pulseren kan ook worden gebruikt voor het trainen met
toevoegmateriaal.
.
De functie is ingeschakeld als de LED brandt.
OM−216 869 Pagina 41