.
3-4. Omstandigheden gebruik en opslag
A. IP-graad (alle modellen)
IP-graad
IP23
Deze apparatuur is ontworpen voor
buitengebruik. Opslag is toegestaan, maar
buiten lassen bij regen of andere neerslag
mag alleen onder een afdak.
B. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
!
Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV−blootstelling.
S
De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S
Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV−blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
De beoordeling van de blootstelling aan de laskabel in een beroepsmatige omgeving werd uitgevoerd precies midden in de straal van een ge-
bogen laskabel onder de slechtst mogelijke omstandigheden.
De volgende speciale voorwaarden zijn van toepassing voor de bediening van deze apparatuur:
S
AC− of pulserende DC lasprocessen met lasstromen boven 350 A dienen te geschieden door gemechaniseerde lasinstallaties.
C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Dynasty 350)
!
Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan IEC 61000−3−11 en IEC 61000−3−12 en kan worden aangesloten op het openbare laagspanningsnet, op
voorwaarde dat dit net op het gemeenschappelijk koppelpunt een systeemimpedantie Z
kortsluitvermogen S
is groter dan 4,1MVA). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de apparatuur om, zo nodig
sc
door raadpleging van de netwerkbeheerder, zeker te stellen dat de systeemimpedantie aan de eisen voldoet.
D. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Maxstar 350)
!
Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan IEC 61000−3−11 en IEC 61000−3−12 en kan worden aangesloten op het openbare laagspanningsnet, op
voorwaarde dat dit net op het gemeenschappelijk koppelpunt een systeemimpedantie Z
kortsluitvermogen S
is groter dan 1,3MVA). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de apparatuur om, zo nodig
sc
door raadpleging van de netwerkbeheerder, zeker te stellen dat de systeemimpedantie aan de eisen voldoet.
E. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Dynasty 700)
!
Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan IEC 61000−3−11 en IEC 61000−3−12 en kan worden aangesloten op het openbare laagspanningsnet, op
voorwaarde dat dit net op het gemeenschappelijk koppelpunt een systeemimpedantie Z
kortsluitvermogen S
is groter dan 9,4MVA). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de apparatuur om, zo nodig
sc
door raadpleging van de netwerkbeheerder, zeker te stellen dat de systeemimpedantie aan de eisen voldoet.
OM−216 869 Pagina 14
Een complete Onderdelenlijst is verkrijgbaar op www. MillerWelds.com
Toegelaten temperaturen bij gebruik
10 tot 40°C (14 tot 104°F)
Toegelaten temperaturen bij opslag
−20 tot 55°C (−4 tot 131°F)
heeft van minder dan 38,63mW (of het
max
heeft van minder dan 119,38mW (of het
max
heeft van minder dan 17,03mW (of het
max
IP23 2014−06
ce-emf 2 2010-10
ce−emc 1 2014-07
ce−emc 1 2014-07
ce−emc 1 2014-07