.
Vervolg van hoofdstuk B op vorige pagina.
14
Uitgang
Referentie blokkering van bepaalde lascyclus = Te gebruiken in combinatie met pen 13. Bedoeld om aan te sluiten op
de massa van de externe voeding (zie hoofdstuk 4-7 voor voorbeeldtoepassingen).
15
Ingang
Geheugenkeuze = Dient om te schakelen tussen de geheugenplaatsen. Gebruikt in combinatie met de pennen 10 en 16.
(Zie de hoofdstukken 4−15 en 5−14.)
16
Ingang
Geheugenkeuze = Dient om te schakelen tussen de geheugenplaatsen. Gebruikt in combinatie met de pennen 10 en 15.
(Zie de hoofdstukken 4−15 en 5−14.)
17
Ingang
Stroomsterkteregeling = 0 tot 10 volt DC t.o.v. pen 11. De 10 volt stelt de ingestelde maximumwaarde voor die op
de lasstroombron is ingesteld (pen E van de 14−polige stekkerdoos).
18
Uitgang
+10 volts DC = Ten opzichte van pen 11. Bedoeld voor gebruik met een externe potentiometer om de spanning op pen
17 te variëren (pen C van 14−polige stekkerdoos).
19
Ingang
Uitschakeling hoogfrequent = Wanneer verbonden met pen 8, is het hoogfrequent uitgeschakeld.
20
Ingang
Selectie lasregeling = Verbind deze pen door naar pen 8 om deze procedure te activeren.
23
Uitgang
Indicatie van de eindflank = Te gebruiken in combinatie met pen 24. De pen is kortgesloten met pen 24 tijdens
de eindflank van het lasproces. Elektrische specificatie: transistor met open collector, maximaal 27 volt DC piekwaarde
bij 75 mA. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
24
Uitgang
Referentie van de indicatie eindflank = Te gebruiken in combinatie met pen 23. Bedoeld om aan te sluiten op
de massa van de externe voeding. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
Alle andere pennen zijn niet in gebruik.
C. Automatisering procedure, type 2 (pen 25 verbonden met pen 8).
Deze procedure biedt alle basisfuncties van de automatisering, maar geeft de lasser bovendien de controle over
de puls− of AC−golfvormen, of de mogelijkheid om stoorsignalen in besturingskabels te beperken. Deze functies zijn
start/stop, lasboogindicatie, gasklepregeling, uitschakeling hoogfrequent, en lasnoodstop.
3
8
7
14
13
12 11
19
18
20
24 23
25
27
28
Signaal−
Pen
richting
1
Ingang
Start/stop = Verbinding met pen 8 start de lascyclus. Verbreken stopt de lascyclus. Bij moment schakelen het apparaat
op 2T in stellen. Bij moment schakelen langer dan 100 milliseconden, maar minder dan 750 milliseconden wordt het
uitgangsvermogen in en uit geschakeld.
2
Ingang
Lasnoodstop = Om van buitenaf het lassen te kunnen stoppen en de normale lascyclus af te breken, bijvoorbeeld gestuurd
door een lichtgordijn of externe noodstopschakelaar. Verbinding met pen 8 moet gehandhaafd blijven. Als die verbinding wordt
verbroken wordt de lasspanning uitgeschakeld, de nagastijd gaat in, en op de display staat AUTO STOP.
3
Ingang
Gasklepregeling = Deze ingang dient om de gasstroom te kunnen regelen los van de standaardregeling voor voor− en
nagas. Verbinding met pen 8 activeert de gasklep.
4
Uitgang
Lasboogindicatie = Te gebruiken in combinatie met pen 9. Deze uitgang dient om naar externe apparatuur te signaleren
dat het apparaat een lasboog heeft gedetecteerd. De pen is doorverbonden met pen 9 als de lasspanning ingeschakeld
is en er minder dan 65 volt lasspanning aanwezig is bij belasting. Elektrische specificatie: transistor met open collector,
maximaal 27 volt DC piekwaarde bij 75 mA. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
5
Uitgang
De actuele indicatie van de lasspanning = 1 volt DC t.o.v. pen 11, per 10 volt lasspanning.
6
Uitgang
De actuele indicatie van de lasstroom = 1 volt DC t.o.v. pen 11, per 100 ampère lasstroom.
7
Uitgang
+15 volt DC = t.o.v. pen 11 (pen A van 14−polige stekkerdoos).
8
Uitgang
Referentie PEN = Deze pen dient als referentie voor de pennen 1, 2, 3, 10, 15 en 16.
9
Uitgang
Referentie voor lasboogindicatie = Te gebruiken in combinatie met pen 4. Bedoeld om aan te sluiten op de massa
van de externe voeding. (Zie hoofdstuk 4-7 voor de toepassingsvoorbeelden.)
Zie verder de volgende pagina
OM−216 869 Pagina 22
Een complete Onderdelenlijst is verkrijgbaar op www. MillerWelds.com
2
1
6
5
4
9
10
17
15
16
22
21
26
Peninformatie van 28−pens stekkerdoos RC28
803 900−A / 218
716−A