Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer
Oorzaak
Enveloppen zijn in een niet-ondersteunde lade
geplaatst. Voor enveloppen mag alleen lade 1
gebruikt worden.
De enveloppen zijn gekruld of beschadigd.
De enveloppen zijn dichtgeplakt omdat het
vochtigheidsgehalte te hoog is.
De afdrukstand van de envelop is onjuist.
Deze printer biedt geen ondersteuning voor de
gebruikte enveloppen.
Lade 1 is geconfigureerd voor een ander formaat
dan enveloppen.
De uitvoer is gekruld of gekreukt
Oorzaak
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de
specificaties voor deze printer.
Het afdrukmateriaal is beschadigd of in slechte
staat.
De printer werkt in een uitzonderlijk vochtige
omgeving.
Er worden grote effen partijen afgedrukt.
Het gebruikte afdrukmateriaal is niet juist
bewaard en is mogelijk vochtig.
Het afdrukmateriaal heeft slecht afgesneden
randen.
Het specifieke soort afdrukmateriaal is niet
geconfigureerd voor de lade of is niet in de
software geselecteerd.
216
Hoofdstuk 8 Probleemoplossing
Oplossing
Plaats de enveloppen in lade 1.
Probeer andere enveloppen te gebruiken.
Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving.
Probeer andere enveloppen te gebruiken.
Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving.
Controleer of de enveloppen goed zijn geplaatst.
Zie
Invoerladen
configureren.
Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal
of de HP LaserJet Printer Family
Print Media Guide.
Configureer het formaat van lade 1 voor
enveloppen.
Oplossing
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat
voldoet aan de specificaties voor deze printer.
Zie
Ondersteunde formaten en gewichten
afdrukmateriaal.
Verwijder het afdrukmateriaal uit de invoerlade
en plaats afdrukmateriaal dat in goede staat is.
Controleer of de afdrukomgeving binnen de
vochtigheidspecificaties valt. Zie
Printerspecificaties.
Grote effen partijen kunnen uitzonderlijke krulling
veroorzaken. Probeer een ander patroon te
gebruiken.
Verwijder het afdrukmateriaal en vervang het
door afdrukmateriaal uit een nieuw, ongeopend
pak.
Verwijder het afdrukmateriaal, buig het, draai het
180 graden of keer het om, en plaats het
opnieuw in de invoerlade. Waaier het
afdrukmateriaal niet uit. Als het probleem
aanhoudt, vervang dan het afdrukmateriaal.
Configureer de software voor het
afdrukmateriaal (zie de documentatie van de
software). Configureer de lade voor het
afdrukmateriaal. Zie
Invoerladen
configureren.
NLWW