2. Trek de voorklep en de transfereenheid naar beneden.
Leg niks op de transfereenheid terwijl deze geopend is. Als de transfereenheid beschadigd
VOORZICHTIG
wordt, kan dit tot problemen met het afdrukken leiden.
3. Verwijder de verbruikte printcartridge uit de printer.
4. Haal de nieuwe printcartridge uit de zak. Plaats de verbruikte printcartridge in de zak
144
Hoofdstuk 7 Onderhoud
voor recycling.
NLWW