Taakopslagfuncties
U kunt met de HP Color LaserJet 4650 series printer taken in het geheugen van de printer
opslaan om deze later af te drukken. Voor de taakopslagfuncties wordt geheugen van de
vaste schijf en het RAM-geheugen (Random Access Memory) gebruikt. Deze functies voor
de opslag van taken wordt hieronder beschreven.
U wordt aangeraden extra geheugen te installeren voor de taakopslagfuncties voor
ingewikkelde taken of als u vaak ingewikkelde afbeeldingen afdrukt, PostScript-documenten
(PS) afdrukt of veel gedownloade lettertypen gebruikt. Extra geheugen zorgt ook voor meer
flexibiliteit in de ondersteuning van taakopslagfuncties zoals snel kopiëren.
Voor de functies Privétaak en Vasthouden moet u over minimaal 192 MB geheugen
Opmerking
beschikken: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart. Als u de
functies voor snel kopiëren en opgeslagen taken wilt gebruiken, moet u een extra vast schijf
op de printer installeren (modellen HP Color LaserJet 4650, 4650n, 4650dn, 4650dtn) en de
stuurprogramma's configureren.
Zorg dat u de afdruktaak in het printerstuurprogramma een eigen naam geeft. Het gebruik
VOORZICHTIG
van standaard namen kan tot gevolg hebben dat eerdere afdruktaken met dezelfde
standaard naam worden overschreven of gewist. Zie
voor meer informatie over toegang tot de printerstuurprogramma's.
Een afdruktaak opslaan
U kunt een afdruktaak naar de printer downloaden zonder dat u de taak afdrukt. Deze
afdruktaak kan dan op ieder gewenst moment via het bedieningspaneel van de printer
worden afgedrukt. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld een personeelsformulier, een
kalender of een formulier voor het verantwoorden van uren of kosten op de printer opslaan,
zodat dat andere gebruikers deze documenten kunnen afdrukken.
Als u een afdruktaak permanent wilt opslaan, moet u bij het afdrukken van de taak de optie
Opgeslagen taak in het stuurprogramma selecteren.
1. Druk op
2. TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Herhaal stap 10 en 11 voor de resterende drie cijfers van de PIN-code.
12. Druk op
110
Hoofdstuk 4 Afdruktaken
M
om naar MENU'S te gaan.
ENU
om TAAK OPHALEN te selecteren.
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
om een TAAKNAAM te markeren.
om de TAAKNAAM te selecteren.
Afdrukken wordt gemarkeerd.
om Afdrukken te selecteren.
of
om het eerste cijfer van de PIN-code te selecteren.
om het cijfer te selecteren. Het cijfer verandert in een sterretje.
wanneer u klaar bent met het invoeren van de PIN-code.
De printerstuurprogramma's openen
NLWW