23.2 Monteren van bonenzaai-as.
De honenzaairaden
kunnen per stuk tegen de normaalzaadraden
op de zaai-as uitgewisseld wor-
den. Voordeliger worden bonenzaairaden
met een tweede zaai-as, compleet overgezet. Door de
twee-
deliqe raal-as IS snel monteren mogelijk.
- De voordrijfas van de zaairad-rijsporenschakeling
(indien aanwezig) wordt, na het losmaken van
de trekveren (FIT. 102/1) met de zwenklagers. naar beneden geklapt.
-. Een houder (Fig. 104/1) die de aandrijfas axiaal opsluit, grijpt in een uitsparing aan het zaaihuis.
Deze houder wordt bij het afzwenken van de voordrijfas uit de uitsparing getrokken en is na op-
volgende
montage weer te bevestlgen.
De houder (Fig. 104/1) wordt axiaal door stelringen
(Fig. 104/2) op de voordrijfas geborgd.
- De druklagers (Fig. 102/2) na het ontspannen van de trekveren afnemen.
-- Verbindingsbussen
(Fig. 103/3) na het losdraaien van de zeskantbouten
op de zaaias met zaai-
rnden naar achter uitnemen en tegen de bonenzaal-as omwisselen.
Het Inbouwen van de bonenzaai-as gaat in omgekeerde volgorde.
Flguur 104 toont de bonenzaai-as in ingebouwde toestand.
23.3 Monteren
van bonen-roerderas.
Voor het monteren van de bonen-roerderas
(Fig. 100) dient de standaard geleverde roerderas gede-
monteerd te worden. Daarvoor dient men aan de rechterzijde van de machine de bout met zeskant
en moer uit de nemen. Op de linkerkant van de machine dient de spanhuls op de roerderas te worden
ultgeslagen en het complete lager daarna demonteren.
Het roerderaslager
in het midden van de
machine evenzo losmaken en de standaard roerderas, na het weg nemen van de vlotter, via de
rechtse zaadkasthelft uitnemen.
Het monteren van de bonenroerderas
gaat in omgekeerde volgorde.
95