17 Hydraulisch geschakelde ,,rijsporen-naloopmarkeurs".
Met de hydraulische schakelautomaat en de zaairad-rijsporenschakeling is ook een rijsporen mar-
keur (Fig. 81/1) te combineren. Wanneer de aandrijving van de zaairaden, voor het aanleggen van rij-
Sporen In gewassen, wordt uitgeschakeld, zakken de beide grote sporentrekkerschijven
(Fig.81/2)
van de rijsporenmarkering
achter de machine op de grond en markeren de rijsporen, zodat deze
rijsporen zichtbaar zijn voordat de plantjes uit de grond komen.
Na het uttzaaien is het dan mogelijk, in de nog niet door de plantjes zichtbare rijsporen, om tijdens
vroegtijdig bespuiten in deze gemarkeerde Sporen te rijden. De markeringsschijven
zijn omhoog ge-
licht wanneer alle raairaden werken, dus wanneer geen rijsporen aangelegd worden.
De spoormarkeringsschijven
kunnen met behulp van zeskantbouten
(Fig.8113) op de spoorbreedte
van de verzorgingstraktor
worden afgesteld.
Op lichte grondsoorten
kunnen de ,,spoorschijven", doorverdraaien
van het bovendeel (Fig. 81/4), zo
worden ingesteld, dat de schijven ongeveer parallel met de zaaimachinewielen
lopen. Op zware
grondsoorten
kunnen de markeringsschijven
daartegen op grip worden gesteld, zodat ze agressie-
verwerken en duidelijk zichtbare Sporen nalaten.
Wordt een zaalraden-rijsporenschakeling
toegepast, kan slechts een spoormarkeringsschijf
worden
gemonteerd. Deze spoormarkenngsschijf
moet men zo instellen dat bij een heen- en terugbaan op
het land de spoorbreedte van de verplegingstraktor
getrokken wordt (zie punt 16).
79