16.0 DIEPTEBEGRENZERS
VOOR ROLISCHIJFSCHAREN
t ~ol'~r.~i~~fsc:tl~,r~~n
zltr1 standaard met dieptebegrermr
uitgevoerd
ln kornbinaale met de centrate
x rla;lrtlruhvt-Jrstcilllng wordt dc gcwenste zmdlepte
alt~jd exakt aangehauden
1 11, kit~v~:nti~! qrundsoorten is het noodzakclijk. om met hoge schaardruk tc? werken. De zaaidiepte blljft
.11:11d r]thii]k
OCIK
wanneer aan de voorkant van de schqf aarde aankieeft
II g~rlt t~~rt)ritJr:~ bi] sterk wlss&nde
grondsoorten wordt door het gebrulk vdn diepte begrenzers, een
.'~v?I qt-ililhm;Glqt: ~~a~d~epte bcrcM
Instellen van de zaaidiepte:
\il IN tlcd vXic;P;tetlen vri!l dt! zaa~rl~epte van het zaad, dii:nt men metde ra;nimachine op het lt- te zaaien
1;~ \tl Xl 17-1 tt~ ryden met de snelhcld DDE rntiri tydens het raaien rnet de zaalmachlnc ook wII ri)den. Daarna
ii~t:rl~ 1~1t;il ilp
;~,jld~t:pie
ie 'kontiolC:ren (?m een we:r~:g dieper te zaaien IS het meestal voldoende om
f-ha :ict\;tardruk te verhogcri
1:) hkl"i riodig om de zaaidiepte opnicuw In te stellen, dient men de zaalsctlaren op vlakke grond af te
~;tclI~:t~ en dtb bo~.~ter~ (fig 7&'2) los te draaien
Onder de geleide zooi (flg.76!1) van de eerste
rl~ti~)ti~becltc~r~~~~~
dient men een voidoende dikke plank (tig. 76:3) te leggen WI de bouten (fig.7612). die
CII k y
~tx&
Cool met hel bovendeelvan dediepte begrcnzer verbind. weer vast te draaien. Met hetzelfde
,ir:;tttlt,cirtl
dlt:tlt
mcn alle andere geleidc-zolen even7o rn te stellen.
'v,ir!,it & t;it)rit:k ZIJ~I de diepte begrenzet-s met eeri 1 % cm dikke afstelplaA IngesteId. wat ongeveer
(:I 111
z.~~11q)tt:
van 2 5 cm. op qmiddeldt!
grondsoortcn geeft Op zwaardere grondsoorten dient men
11~~ iii~!~~tr~bc~c~rC;?L(:lc;
met WYI rlikker bord b v van 2 cnl dikte. In tc
stelletl
t i11 ,~~~t~t onr~lc?praalc!n op extreenl Mte qrondsoorterr
rnonten de gelelde zolcrl ende schijf van de rol,/
C;I Il~(tv:h;~~ ir (ip
dc?rc!lfcle
hooyte worden
Irqesteld
Ir t t:xtrenie ymallen
kari de
geleide ZOO/
dieper staan
<it:, ht!i
sctyf
v;in de rol/schlltsch&~r Daartoe moet de kleinste bout (fig 76 4) In het tweede gat in het
ijovt:iAe
qr:dc:r?ltt: varl de dieptc?t,eqr~rlzer qemonteerd worden
19.0 DIEPTEBEGRENZER
VOOR KOMPAKT"K"
SCtiAREN
i )p blronder !Ichte grondsoortt~nm IS het rnogelyk, dat de K scharen ook zonder veerdruk. te dlep in de
cjroriti Ifi/r:rltr:ri i11t wordt door het gebruik van 'dieptebegrenzers' (ftgJi'# 1 ) voorkomen.
i~oh
1111
dlkwI@ wisselende grondsoorten 15, het gebnrik van diepte begrenzers. In kornbinaale met de
t+&J~~:lisctif: schaardruk regellng,
z~nvol
0p zwarc! grond wordt de gewenste zaaldiepte door een
irt'r~li~rJqdt!
c;chaardruk berelkt, terwi]l df> 3 sctlaardruk & lichte grond, tc?rtqgenomeri wordt.
Belangrijk?!
De zaaidiepte dient mcri na ca 30 rn raaicrr te kontroleren
71