ADVIEZEN, DIE IN ACHT GENOMEN MOETEN WORDEN!
811 eerste gebruik van de opbouw-zaaimachine
dient men de afdraaiproef naca. 1 ha. opnieuw uit
te voeren. omdat bij nieuwe machines. door aangroeien van ontsmettingsmiddelen
aan de
raa~hu~zen. de oppervlakte verander? en hierdoor de stroomsnelheid van het zaad anders wordt.
er de uitzaarhoeveel heid wordt beinvloedt
BII
drooq
herhaIen
ontsmette zaadsoorten dient rnen de afdraa Iproef na twee of drie zaadkastvullingen. te
HIJ
foutiet IngesteIde bodemkleppen kan het tot niet kontroleerbaar doorstromen komen van het
zaad (meer hoeveelheid) tijdens het zaaien De BASIS-INSTELLING VAN DE BODEMKLEPPEN
Dient
men daarom half]aarlijks, of voor het begin van elke zaaiperlode. bij leeggemaakte zaadkast
i?rI leeggemaakte zaaihuizen. te kontroleren
Sodernkleppen -ste!hendel
(flg 41
t 1) op de getande-plaat (fig.41/2) In stand "1" brengen.
Kontroleren. of de voorgeschreven
afstand van 0,i mm.tot 0,5 mm (zie fig.42) tussen de
bodemkleppen (fig.4213) en zaairad (fig 4212) in elk zaaihuiqe. aanwezig is. Daarbij dient men ter
kontrole. elk zaairad met de hand op de zaaias te draaien
De voorgeschreven afstand blj afwi]kingen met de veergespannen bout (fig.4214) instellen
45