6.3
KOPPELFRAME
AAN GRONDBEWERKINGSMACHINE
BEVESTIGEN
Koppelframe
(fig.1911) In het midden
aan het achterste-onderste
aankoppelpunt
van de
grondbewerkingsmachine
bevestigen.
Het koppelframe dient men (afhankelijkvande
fabrikant), zoals
it1 de figuren 19 en 20 aangegeven, of met bouten (fig 1917) of pennen (fig.2011) buigzaam, d.w.z. niet
star aan de onderste aanspanning te bevestrgen
Twee kettrngen (frg.19/2) tesamen met het spanslot (Fig.1913) aan de topstang bevestigen.
De
kettingeinden zi]n met schakels urtgevoerd. Aan elke schakel is eventueel een spanslot (fis.1 914) te
bevestlgen
De spansloten zijn aan het koppelframe.mogeli~k buiten aan de gatenlijst(fig.l9/5)
met
he!xr!p van de trekpla!en (fig 191'8)aan te schroeven De trekplaten moeten alleen dan meer naar het
mrdden bevestrgd worden, wanneer storende machine delen de bevestrgrng in het buitenbereik
onmogelrjk rnaken
27