6. Leidingaansluiting
De boostermodules zijn uitgerust met klemvoeringen voor Victau-
lic/PJE-klemkoppelingen aan de zuig- en perszijde. Zie afb. 10.
Spleet
Leidingsysteem
Klemvoeringen
Afb. 10 Leidingaansluiting met behulp van klemkoppelingen
WAARSCHUWING
Systeem onder druk
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Vermijd spanning in het leidingsysteem.
Reinig Victaulic aansluitingen, rubber en leidingen
met zoetwater om spleetcorrosie te voorkomen.
Maat
Type
BM 4"
BM 3A - BM 9
BM/BMhp 6"
BM 17 - BM 60
BM 8"
BM 30 - BM 46
BM 8"
BM 60
BM/BMhp 8"
BM 77 - BM 95
BM/BMhp 8"
BM 125 - BM 215
7. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen dienen door een erkend installateur
te worden uitgevoerd, in overeenstemming met de lokale regelge-
ving.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u met werkzaamheden aan het product
begint, dient u er zeker van te zijn dat de elektrici-
teitstoevoer is uitgeschakeld en niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Sluit de pomp aan op een externe netschakelaar
die dicht bij de pomp is geplaatst en op een motor-
beveiliging of een frequentieomvormer.
- Het moet mogelijk zijn om de hoofdschakelaar in
de stand UIT (geïsoleerd) te vergrendelen. Type
en eisen zoals gespecificeerd in EN 60204-1,
5,3.2.
- De pomp dient geaard te zijn.
Boostermodule
Victaulic
Spleet
koppeling
[mm]
∅42
1 1/4"
1
∅89
3"
3
∅89
3"
3
∅114
4"
6
∅139
5"
6
∅168
6"
6
De vereiste spanningskwaliteit gemeten aan de klemmen van de
module is -10 %/+ 6 % van de nominale spanning tijdens continu
bedrijf (inclusief variatie in de voedingsspanning en verliezen in
kabels).
Controleer of er spanningssymmetrie is in de voedingsleidingen,
oftewel ongeveer hetzelfde spanningsverschil tussen de afzon-
derlijke fasen. Zie ook paragraaf 15. Controle van motor en kabel,
punt 1.
Om ervoor te zorgen dat de modules voldoen aan de EC EMC-
richtlijn (2014/30/EU), moet altijd een 0,47 μF condensator (con-
form IEC 384-14) worden aangesloten via de twee fasen waar-
mee de temperatuuroverbrenger is verbonden. Zie afb. 11.
0,47 μF
0,47 µF
RD = Rood
YE = Geel
BK = Zwart
Afb. 11 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen moeten dicht bij de flens worden
gemaakt (afb. 12), d.m.v. een klemmenkast (afb. 13 en 14) of een
kabelverbindingsset.
Afb. 12 BM/BMhp met klemmenkast
Opmerking: In het geval dat bedrijf met een frequentieomvormer
gewenst is. Monteer de 0,47 µF condensator niet.
BM 4", BM/BMhp 6", BM/BMhp 8"
Direct-on-line
Zwart
Black :U
M
Rood
Red :V
Yellow:W
Geel
BK = Zwart
RD = Rood
YE = Geel
Afb. 13 Aansluitschema, DOL-aansluiting
RD
YE
BK
BM/BMB
S
L1
U
P
L2
P
L
L3
Y
161