Instellingen Snel scannen
Nr.
Item
1
Formaat
origineel
2
Invoermethode
3
Scankleuren
4
Resolutie
5
Scherp
6
Origineel beeld
7
Dichtheid
8
Afbeelding
omkeren
9
Herstellen
10
Help
11
OK/Sluiten
1
4
5
Beschrijving
Selecteer het formaat van de originelen die gescand worden. De
formaten waaruit gekozen kan worden, variëren, afhankelijk van
de instelling voor Invoermethode.
Waarde: (bij Invoermethode Auto of Platen) Letter, Statement,
Executive, A4, A5, A6, B5 (JIS), B5 (ISO), 16K, Aangepast
(bij Invoermethode Documententoevoer) Letter, Legal,
Statement, Executive, A4, A5, A6, Folio, B5 (JIS), B5 (ISO),
Oficio II, 16K, 216 × 340 mm, Aangepast
Opmerking Raadpleeg Configuratie op pagina 2-54 voor het
selecteren van Aangepast.
Selecteer de invoermethode voor originelen.
Waarde: Automatisch, Documententoevoer, Platen
Selecteer de instelling voor kleurenmodus.
Waarde: Monochroom, Grijsschaal, Kleuren
Selecteer de fijnheid van de scanresolutie.
Waarde: 200 × 200 dpi, 300 × 300 dpi, 400 × 400 dpi,
600 × 600 dpi
Stel de scherpte van de afbeelding in.
Waarde: Geen, Laag, Gemiddeld, Hoog, Descreen (vervaagt de
omtrek en vermindert de scherpte)
Selecteer type origineelbeeld voor de beste resultaten.
Waarde: Tekst, Foto, Tekst+Foto
Selecteer de dichtheid.
Waarde: -3 (lichter) tot 3 (donkerder)
Wanneer dit geselecteerd is, wordt de kleur van de afbeelding
omgedraaid.
Reset de instellingen naar standaard waarden.
Geeft scherm Help weer.
Klik op OK om de TWAIN-instellingen te verlaten na het
toepassen van de aangepaste scaninstellingen.
Klik op Sluiten om de TWAIN-instellingen te verlaten zonder de
aangepaste scaninstellingen toe te passen.
2-52
Voorbereiding
2
3