Nr.
Item
5
Scherp
6
Scankleuren
7
Dichtheid
8
Resolutie
9
Naam uitvoer
10
Bestandsindeling
11
Kwaliteit
12
Doelmap
Beschrijving
Stel de scherpte van de afbeelding in.
Waarde: Geen, Laag, Gemiddeld, Hoog, Descreen (vervaagt de omtrek en
vermindert de scherpte)
Selecteer de instelling voor kleurenmodus.
Waarde: Monochroom, Grijsschaal, Kleuren
Selecteer de dichtheid.
Waarde: Lichter (-3), Lichter (-2), Lichter (-1), Normaal (0), Donkerder (+1),
Donkerder (+2), Donkerder (+3)
Selecteer de fijnheid van de scanresolutie.
Waarde:
200×200 dpi
Wijs aan gescande afbeeldingen een documentnaam toe. Bij meerdere pagina's zal
een oplopend nummer worden toegevoegd aan het eind van de bestandsnaam, zoals
Scan_001, Scan_002... . Er kunnen maximaal 16 karakters ingevoerd worden.
Geef het bestandsformaat voor afbeeldingen aan.
Waarde: BMP, JPEG, PNG, TIFF, PDF
Stel de kwaliteit in voor bestandsformaat JPEG. Dit is uitgeschakeld voor andere
bestandsformaten.
Waarde: 1 tot 100
Opmerking Er kunnen geen niet-numerieke tekens ingevoerd worden. Als het
ingevoerde nummer buiten het bereik ligt, wordt de min./max. waarde ingesteld.
Voer het pad naar de map in waarin de gescande afbeelding zal worden opgeslagen.
De standaard is ofwel C:\Users\<user>\My Documents (Windows Vista/Windows 7) of
C:\Document and Settings\<user>\My Documents (Windows XP).
Klik op Bladeren om Bladeren voor Doelmap te openen en de map te selecteren.
2-40
300×300 dpi
400×400 dpi
Voorbereiding
600×600 dpi