Invoermethode karakters
Gebruik de onderstaande procedure om karakters in te geven.
Gebruikte toetsen
Interne naam fax
Ra
Cursor
Karakters die met de cijfertoetsen ingevoerd kunnen worden
De onderstaande karakters kunnen met de cijfertoetsen worden ingevoerd.
Ingevoerde karakters (wijzigingen worden doorgevoerd aan het volgende karakter aan rechterzijde,
Toetsen
elke keer dat de toets ingedrukt wordt)
.
@
1 (Tijdens invoer van cijfers)
a
b
2 (Tijdens invoer van cijfers)
d
e
3 (Tijdens invoer van cijfers)
g
h
4 (Tijdens invoer van cijfers)
j
k
5 (Tijdens invoer van cijfers)
b
Er wordt een karakter ingevoerd op
de positie die aangegeven wordt door
de cursor.
~
-
_
/
:
c
A
B
C
2
f
D
E
F
3
i
G
H
I
4
l
J
K
L
5
Berichten-
display
Toets
[Wissen]
Cijfertoet-
sen
Toets [OK]
Toets []
Toets []
Opmerking Het is niet mogelijk de cursor te
verplaatsen bij het invoeren van cijfers.
(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de linkerzijde)
1
(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de linkerzijde)
(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de linkerzijde)
(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de linkerzijde)
(Wordt herhaald vanaf het eerste karakter aan de linkerzijde)
10-2
Geeft de karakters weer die ingevoerd
zijn.
Wist ingevoerde karakters.
Worden gebruikt om karakters en
symbolen in te voeren.
Wordt gebruikt om invoer te voltooien.
Wordt bij het invoeren van een
symbool gebruikt voor invoer van het
geselecteerde symbool.
Verplaatst de cursor naar links.
Verplaatst de cursor naar rechts. Wordt
ook gebruikt om spaties in te voeren.
Bijlage