De Low Harmonic Drive progr...
14-22 Bedrijfsmodus
Option:
6
6
[0]
Normaal
bedrijf
*
[1]
Stuurkaarttest
[2]
Initialisatie
[3]
Bootmodus
14-50 RFI Filter
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302. Hij is niet
relevant voor de FC 301 vanwege een ander ontwerp en kortere
motorkabels.
Option:
Functie:
[0]
Off Selecteer Uit [0] alleen als de frequentieomvormer
wordt gevoed door een geïsoleerde netbron (IT-net).
Bij gebruik van een filter selecteert u Uit [0] tijdens het
laden om een hoge lekstroom, en activering van de
RCD-schakelaar als gevolg hiervan, te voorkomen.
In deze modus worden de interne RFI-condensatoren
tussen het chassis en het RFI-filtercircuit uitgeschakeld
om de aardlekstromen te beperken.
Overzicht van parametergroepen voor het filterdeel
86
VLT Automation Low Harmonic Drive Bedieningshandleiding
Functie:
12
13
18
19
27
29
32
33 20
37
FC 302
12 13
18
19
27
32
33
20
FC 301
39 42
50
53
54
55
FC 301 &
FC 302
Selecteer Initialisatie [2] om alle parameter-
waarden terug te zetten naar de
standaardinstelling, met uitzondering van
15-03 Power Up's, 15-04 Over Temp's en
15-05 Over Volt's. De frequentieomvormer
zal bij de eerstvolgende inschakeling
resetten.
Hierbij wordt ook14-22 Bedrijfsmodus
teruggezet naar de standaardinstelling
Normaal bedrijf [0].
MG34O210 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
14-50 RFI Filter
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302. Hij is niet
relevant voor de FC 301 vanwege een ander ontwerp en kortere
motorkabels.
Option:
Functie:
[1]
On Selecteer Aan [1] om ervoor te zorgen dat de frequen-
*
tieomvormer voldoet aan de EMC-normen.
15-43 Software Version
Range:
Functie:
0
[0 - 0 ] Geef de gecombineerde softwareversie (of 'pakket-
*
versie'), bestaande uit vermogenssoftware en
besturingssoftware, weer.
6.2 Active Filter programmeren
De fabrieksinstellingen voor het filterdeel van de Low
Harmonic Drive zijn gekozen voor een optimale werking
met minimale aanvullende programmering. Alle CT-
waarden, maar ook de frequentie, spanningsniveaus en
andere waarden die direct gekoppeld zijn aan de
omvormerconfiguratie, zijn voorgeprogrammeerd.
Het wijzigen van andere parameters die de werking van
het filter beïnvloeden, wordt afgeraden. Op basis van
persoonlijke voorkeuren kunt u echter wel de gewenste
uitlezingen instellen en bepalen welke informatie in de
statusregels op het LCP moet worden weergegeven.
Om het filter te configureren, zijn de volgende twee
stappen noodzakelijk.
•
Wijzig de nominale spanning in 300-10 Nom.
spanning actief filter.
•
Zorg dat het filter in de automodus staat (druk
op [Auto on]).