6 Inbedrijfstelling
Afb.48
Afb.49
Afb.50
Afb.51
Afb.52
54
BSL 200...400 — BESL 200...400
Maximumtemperatuur van de collector - CMAX
Met deze parameter wordt de maximumtemperatuur van de collector
ingesteld wanneer de functie OCC is ingeschakeld.
MW-5000996-01
Optie minimum collectortemperatuur-begrenzer - OCMI
De minimum collectortemperatuur-begrenzer voorkomt dat de
zonnecollector pomp te vaak opstart bij een lage temperatuur van de
collector.
MW-5000997-01
Minimumtemperatuur van de collector - CMIN
De minimumtemperatuur van de collector is de temperatuur die moet
worden bereikt om de zonnepomp te laten opstarten.
MW-5000998-01
Vorstbeveiligingsoptie - OCF
De vorstbeveiligingsfunctie van de collector voorkomt bevriezing van de
warmtegeleidende vloeistof. De functie neemt de warmte van de boiler
over; het is dan ook aan te raden deze alleen te gebruiken in regio's waar
de temperatuur zelden onder de 0 °C komt.
MW-5000999-01
Vorstbeveiligingsoptie voor de collectoren - CFR
Wanneer de temperatuur van de collector lager is dan de temperatuur
CFR, schakelt de vorstbeveiligingsfunctie de zonnecollectorpomp in, zodat
de warmtegeleidende vloeistof kan circuleren tussen de collector en de
boiler, om bevriezing te voorkomen. Wanneer de temperatuur van de
collector boven de temperatuur CFR komt, schakelt de
vorstbeveiligingsfunctie de zonnecollectorpomp uit.
MW-5001000-01
7799211 - V02 - 16032022