1 Veiligheid Veiligheid Veiligheid Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
1 Veiligheid Aanbevelingen Opgelet Zorg voor het onderhoud van het apparaat. Regelmatig onderhoud is onmisbaar voor een veilige en bedrijfszekere werking van het apparaat. Gevaar De assemblage, installatie en het onderhoud van de installatie mogen uitsluitend door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd.
2 Over deze handleiding Aansprakelijkheden Aansprakelijkheid van Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde de fabrikant richtlijnen. Ze worden daarom afgeleverd met de -markering en eventueel noodzakelijke docu menten. In het belang van de kwaliteit van onze producten brengen wij doorlopend verbeteringen aan.
3 Technische specificaties 2.1.2 Op de apparatuur gebruikte symbolen Afb.1 1 Lees voor het installeren en in bedrijf nemen van het apparaat de meegeleverde handleidingen aandachtig door 2 Breng afgedankte producten naar een hiervoor bestemd inzamel- en recyclingpunt MW-6000691-1 Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen...
3 Technische specificaties Eenheid BESL 200 BESL 300 BESL 400 Secondair circuit (sanitair warmwater) Maximum werkdruk (W/TPW) MPa (bar) 0,6 (6) 0,6 (6) 0,6 (6) 3.2.3 Circulatiepomp Belangrijk De benchmark voor de meest efficiënte circulatiepompen is EEI ≤ 0,20. 3.2.4 Zonnepomp Werkingsgegevens De pomp UPM3 Solar is een hoogrendementspomp die werkt met en...
Pagina 10
3 Technische specificaties Tab.6 Volgorde van storingsalarmen LED 1 LED 2 LED 3 LED 4 LED 5 Betekenis Werking van de pomp Actie Probeert elke 1,33 se Wacht en maak de Rotor geblokkeerd conde opnieuw te schacht vrij starten Voedingsspanning te Alleen waarschuwing;...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving Sanitair-warmwaterboilers worden door middel van een zonnestation aangesloten op zonnecollectoren. BSL 200...400 sanitair- warmwaterboilers kunnen als bijverwarming een verwarmingsketel, een warmtepomp of een elektrisch verwarmingselement gebruiken. BESL 200...400 sanitair-warmwaterboilers kunnen als bijverwarming een elektrisch verwarmingselement gebruiken.
4 Beschrijving van het product CMIN Minimumtemperatuur van de zonnecollector waarbij tCAL Duur van de zelfkalibratie de pomp inschakelt °C Temperatuur CMAX Maximumtemperatuur van de zonnecollectoren Tab.16 Fase Beschrijving van de werking Warmte van zonnestralen verwarmt de warmtegeleidende vloeistof in de collector. De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de temperatuur in de collector minimaal 30 °C (CMIN) is, met een temperatuurverschil van 6 °C (DT O) tussen de temperatuur van de collectoren en het onderste deel van de sanitair-warmwaterboiler wanneer de parameter optie minimumgrens voor de collector (OCMI) op AAN is ingesteld.
Pagina 18
4 Beschrijving van het product Tab.17 Minimumcapaciteit warmwaterproductie van de zonneboiler van 40 °C: Ves40 (in liter) verschilt van de fysieke opslagcapaciteit van de boiler Type woning Type boi Ves40 (in > 150 > 225 > 300 > 375 > 450 liter) (1) Het minimum aantal kamers is het aantal slaapkamers +1.
4 Beschrijving van het product 4.2.4 Het zonnecircuit beschermen tegen oververhitting De regelaar heeft verschillende functies om oververhitting van de onderdelen van de installatie te voorkomen; deze zijn voor de gebruiker gemakkelijk te herkennen. Voornaamste componenten 4.3.1 Zonneboiler voor sanitair warm water Afb.10 BSL 200, BSL 300, BSL 400 : Buiten-/binnenaanzicht MW-2001312-01...
Pagina 20
4 Beschrijving van het product Belangrijk Alle componenten zijn in de fabriek gecontroleerd op dichtheid en getest. De regelaar, pomp en elektrische bijverwarming zijn voorbekabeld. Afb.11 BESL 200, BESL 300, BESL 400: Buiten-/binnenaanzicht MW-2001313-01 1 Inspectieluik (boven) 6 Expansievat 2 Veiligheidsgroep voor het zonnecircuit 7 Zij-inspectieluik 3 Zonnestation 8 Anode - bovenste inspectieluik...
5 Installatie Opgelet Het systeem moet in elk opzicht voldoen aan de voorschriften bij werkzaamheden en reparaties in huizen, woningen en andere gebouwen. De leidingen installeren 5.2.1 Het voorpaneel en de mantel verwijderen Afb.14 1. Verwijder het voorste deel van de isolatiemantel. MW-2001315-01 7799211 - V02 - 16032022 BSL 200...400 —...
5 Installatie 5.2.2 De vertrek- en retourleidingen van de zonneboiler installeren Afb.15 1. Kiest de installatierichting van de leidingen en zorg dat deze de opening in het bovenste deksel niet blokkeren. De leidingen worden meegeleverd. Belangrijk De leidingen moeten worden geïnstalleerd met dezelfde eindfitting en moeten in dezelfde richting wijzen.
5 Installatie 5.2.3 Het voorpaneel en de mantel terugplaatsen Belangrijk Schakel het zonnestation in voordat u het voorpaneel weer monteert. Afb.16 1. Plaats het voorste deel van de isolerende mantel terug. MW-2001329-01 Locatiekeuze 5.3.1 Typeplaat Afb.17 De typeplaat moet altijd toegankelijk zijn. Typeplaten identificeren het product en bevatten de volgende informatie: Type sanitair-warmwaterboiler Fabricagedatum (Jaar - Week)
5 Installatie Plaatsing van het apparaat Opgelet Zorg voor 2 personen. Hanteer het apparaat met handschoenen. Afb.18 BSL 200 – BSL 300 – BSL 400 1. Verwijder de verpakking van het warmwatertoestel, maar laat hem wel MW-2001318-01 op de transportpallet staan. 2.
5 Installatie Temperatuursensoren monteren Belangrijk De sensoren zijn voorgemonteerd als de boiler vooraf is voorzien van een zonnestation. Afb.20 1. Plaats de sonde in de dompelbuis, gebruik hierbij de dompelbuisscheider. De dompelbuisscheider wordt meegeleverd in het zakje met de documentatie. 2.
Pagina 28
5 Installatie Terugstroombeveiliging Thermostatische kraan Retour circulatie leiding Sanitair-warmwateruitlaat Thermometer Direct verwarmingscircuit (bijvoorbeeld: radiatoren) Verwarmingselement Stopkraan met ontgrendelbare antiretourklep Primaire pomp van zonnecircuit Zonneveiligheidsklep Zonne-expansievat Vat voor warmtegeleidende vloeistof (Schone en lege vat met een etiket met daarop de naam van de vloeistof) Thermostatische mengkraan 112a Sensor op zonnecollector...
5 Installatie 5.7.5 Schema met alleen het zonnecircuit Afb.24 MW-L000615-02 5.7.6 Veiligheidsgroep (alleen voor Frankrijk) Afb.25 9 Afsluiter 28 Sanitair-koudwaterinlaat 29 Drukbegrenzer 30 Veiligheidsgroep 54 Uiteinde van de afvoerleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar boven de afvoertrechter 2 cm a Koudwaterinlaat met ingebouwde terugslagklep (54) b Aansluiting op de koudwaterinlaat op de SWW-boiler...
5 Installatie Wateraansluitingen 5.8.1 Hydraulische aansluiting primair zonnecircuit Afb.27 Opgelet Bij stilstand kan de temperatuur in de collectoren oplopen tot boven 150 °C. Opgelet Gebruik ter bestrijding van vorst een mengsel van water- glycolpropyleen als warmtegeleidende vloeistof. Opgelet Vanwege de hoge temperaturen, het gebruik van propyleenglycol en de druk in het primaire circuit dient de primaire hydraulische verbinding met zorg uitgevoerd te worden, vooral voor wat betreft de isolatie en de waterdichtheid.
Pagina 33
Belangrijk Een reductie van de isolatie tot 50% is toegestaan ter hoogte van de doorgangen door muren en het dak. Aanbevolen materialen voor maximumtemperaturen van 150 °C: M001704-A De Dietrich Duo-Tube De Dietrich DuoFlex Armaflex HT minerale vezels glaswol Zonne-expansievat Het expansievat compenseert de verschillen in volume van de warmtegeleidende vloeistof als gevolg van temperatuurverschillen.
5 Installatie De voorspanningsdruk ter hoogte van het expansievat duwt de warmtegeleidende vloeistof naar de collector. Bij het starten na het installeren begint een ontgassing van 3 minuten. De eventueel aanwezige luchtbelletjes worden weggevoerd en ontlucht door het Airstop-systeem. De installatie is opnieuw operationeel. De expansievaten zijn bestendig tegen de warmtegeleidende vloeistof en worden voornamelijk aan de hand van het aantal collectoren gekozen.
5 Installatie Opgelet De sanitair-warmwateraansluiting mag niet rechtstreeks worden aangesloten op koperen leidingen om galvanische koppelingen ijzer/koper te voorkomen (kans op corrosie). Het is noodzakelijk om de diëlektrische verbindingen op de sanitair-warmwater- en koudwateringangsaansluitingen te monteren. Voorschrift voor Zwitserland Voer de aansluitingen uit volgens de voorschriften van de Société Suisse de l'Industrie du Gaz et des Eaux.
5 Installatie Monteer de veiligheidsklep hoger dan de boiler om te voorkomen dat de sanitair-warmwaterboiler moet worden afgetapt tijdens onderhoudswerk. Installeer een aftapkraan op het laagste punt van de boiler. Afsluiters Installeer afsluiters op de primaire en tapwatercircuits om deze circuits te kunnen afsluiten om onderhoudswerk aan de sanitair-warmwaterboiler te vergemakkelijken.
5 Installatie België: De aarding dient te voldoen aan RGIE-norm. Duitsland: De aarding dient te voldoen aan norm VDE 0100. Frankrijk: De aarding dient te voldoen aan norm NFC 15-100. De aarding dient te voldoen aan de geldende installatievoorschriften. Opgelet Houd de sensorkabels gescheiden van de 230/400 V-kabels.
5 Installatie 7. Controleer de veiligheidscomponenten (met name de veiligheidsklep of de veiligheidsgroep) aan de hand van de met deze onderdelen meegeleverde handleidingen. Opgelet Tijdens het opwarmen kan er via de veiligheidsklep of via het veiligheidsaggregaat een bepaalde hoeveelheid water weglekken ten gevolge van de uitzetting van het water.
5 Installatie 5.11.2 Anti-thermosifon kleppen Afb.33 Tab.28 Stand Werking 0° 0° Anti-thermosifon klep in werking. Stroom vloeit uitsluitend in de richting van de flow (pijl op de slang). Wanneer de installatie in bedrijf is, moeten de kranen in °C verticale positie teruggezet worden. Controleer de circulatie ter hoogte van de debietmeter.
Pagina 40
5 Installatie Opgelet de zonne-installatie is zo ontworpen dat het onmogelijk is om de collectoren volledig leeg te maken. Antivriesmiddel is geïntegreerd in het mengsel. De zonne- installatie dient dan ook absoluut gevuld en gespoeld te worden met warmtegeleidende vloeistof. Opgelet U mag de installatie niet doorspoelen wanneer deze rechtstreeks is blootgesteld aan zonnestraling (dampvorming) of wanneer er...
Pagina 41
5 Installatie Bij inwerkingstelling dient de installatie grondig doorgespoeld te worden om gruis en grint, afzettingen en residu's van vloeimiddelen te verwijderen. Duur van het doorspoelen: 10 minuten Spoelvloeistof: Alleen warmtegeleidende vloeistof De installatie wordt na het doorspoelen gecontroleerd op lekdichtheid met de warmtegeleidende vloeistof.
Pagina 42
5 Installatie Circuit vullen Afb.35 MW-2001324-01 90° EG81 Opgelet Controleer, vóór het vullen van de installatie, of de voordruk van het expansievat overeenkomt met de statische druk van het systeem. (Voordruk = Statische druk / 10 + 0,3 bar (1,0 + 0,03 MPa) (0,03 MPA)).
Pagina 43
5 Installatie Opgelet Gebruik geen handvulpomp. Een langdurige werking van de zonnepomp resulteert in een eerste ontgassing van de zonnecircuit. 1. Open de vertrekklep C1 en de retourklep C2 volledig (stand 45°). 2. Sluit de klep A (stand 90°). 3. Sluit het vulstation aan op het zonnestation. De vulleiding moet worden aangesloten op de klep B2.
6 Inbedrijfstelling 4. Open de ontluchter en sluit hem weer. Opgelet Naargelang de temperatuur van de vloeistof en de druk in het systeem, kan de vloeistof bij het openen van de ontluchtingskraan met een zekere druk naar buiten spuiten. Pas op als het water heet is: RISICO OP BRANDWONDEN Herhaal de ontluchtingswerkzaamheden een paar keer, met afwisselend in- en uitschakelen van de pomp.
6 Inbedrijfstelling Selecteer een parameter met de toetsen Druk op de toets om de gekozen parameter te selecteren. knippert. Stel de gewenste waarde in met de toetsen Druk kort op de toets blijft op het scherm staan en de gewenste waarde wordt opgeslagen.
6 Inbedrijfstelling Vast sym Knipperend sym Status bool bool Noodstop boiler actief Parameter Instelmodus Checklist voor inbedrijfstelling Opgelet Als de temperatuur in de zonnecollectoren hoger is dan 130 °C, werkt de regelaar in de veiligheidsmodus. Wacht tot de avond om de zonnecollectoren in bedrijf te stellen of af te laten koelen (afdekken).
6 Inbedrijfstelling 6.2.4 Primair verwarmingscircuit Installatie- en onderhoudshandleiding van de verwarmingsketel of van de warmtepomp. 6.2.5 Elektrische aansluiting 1. Controleer de elektrische aansluitingen, vooral de aarding. Procedure voor inbedrijfstelling Waarschuwing De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. Tijdens het opwarmproces van het water kan er water weglopen door het aftapcircuit om de veiligheid van de installatie te garanderen.
6 Inbedrijfstelling temperatuurverschil met de sanitair-warmwaterboiler 6 °C zijn. Anders staat de regelaar op stand-by. Schakel over op handbediening (MAN) om de relais van de circulatiepomp te forceren en de pomp te starten. Zie ook Parameterlijst, pagina 49 Waarden beschikbaar voor weergave Blader door de gemeten waarden met de toetsen Tab.31 Parameter...
6 Inbedrijfstelling 2. Druk 2 seconden op de toets . De waarde wordt gereset. Belangrijk De bewerking kan worden onderbroken door gedurende 5 seconden op geen enkele toets te drukken. De regelaar zal automatisch weer de waarden weergeven. Installateurs parameters Waarschuwing Wijziging van de standaard parameters kan een goede werking van de zonneboiler schaden.
Pagina 50
6 Inbedrijfstelling Parame Beschrijving Instelbe Fabrieks Opmerkingen reik instelling CMAX Maximumtemperatuur collector 70 … 160 110 °C °C Hoofdstuk: "Beschrijving van de installa teursparameters" OCMI Optie grens minimumtemperatuur UIT/AAN collector Hoofdstuk: "Beschrijving van de installa teursparameters" CMIN Minimumtemperatuur van de col 10,0…...
Pagina 51
6 Inbedrijfstelling Parame Beschrijving Instelbe Fabrieks Opmerkingen reik instelling OBUS Zonneprioriteit UIT / Hoofdstuk: "Beschrijving van de installa teursparameters" t1O1 Thermostaat 1 inschakeltijd 1 00:00 … 23:00 23:45 Hoofdstuk: "Beschrijving van de installa teursparameters" t1F1 Thermostaat 1 uitschakeltijd 1 00:00 … 07:00 23:45 Hoofdstuk: "Beschrijving van de installa...
6 Inbedrijfstelling Parame Beschrijving Instelbe Fabrieks Opmerkingen reik instelling Minimumtoerental van de zonne 20 … 95 pomp Hoofdstuk: "Beschrijving van de installa teursparameters" Maximumtoerental van de zonne 25 … 100 100% pomp Hoofdstuk: "Beschrijving van de installa teursparameters" MAN1 Handmatige modus R1 Auto, Auto UIT, nLO...
Pagina 53
6 Inbedrijfstelling Nominaal temperatuurverschil - DT S Afb.43 De regelaar registreert de temperatuur die wordt gemeten door de sensoren TCOL en TRTST en vergelijkt het resulterende temperatuurverschil met het inschakeltemperatuurverschil DT O. Om zo snel mogelijk warm water met een hoge maar bruikbare temperatuur te produceren, probeert de regelaar een temperatuurverschil van 10 K (fabrieksinstelling) te bereiken tussen de collector en de boiler.
Pagina 54
6 Inbedrijfstelling Maximumtemperatuur van de collector - CMAX Afb.48 Met deze parameter wordt de maximumtemperatuur van de collector ingesteld wanneer de functie OCC is ingeschakeld. MW-5000996-01 Optie minimum collectortemperatuur-begrenzer - OCMI Afb.49 De minimum collectortemperatuur-begrenzer voorkomt dat de zonnecollector pomp te vaak opstart bij een lage temperatuur van de collector.
Pagina 55
6 Inbedrijfstelling Optie buizensensor - OTCO Afb.53 Deze functie wordt gebruikt om de activeringsvoorwaarden voor het zonnecircuit te verbeteren in systemen waar de collectorsensoren zich in een minder dan ideale positie bevinden (bijv. sensoren die in buisvormige collectoren zijn geplaatst). Deze functie wordt ingeschakeld voor de duur die is bepaald in een tijdspanne TCST - TCEN.
Pagina 56
6 Inbedrijfstelling Terugloopoptie - ODB Afb.58 Parameters moeten ingesteld zijn op UIT; niet veranderen. MW-5001006-01 Systeemkoeloptie - OSYC Afb.59 Parameters moeten ingesteld zijn op UIT; niet veranderen. MW-5001007-01 Boilerkoeloptie - OSTC Afb.60 Met de boilerkoelfunctie wordt de boiler 's nachts gekoeld om voor te bereiden op verwarmen de volgende dag.
Pagina 57
6 Inbedrijfstelling Uitschakeltemperatuur thermostaat - BH1F Afb.63 De parameter BH1F wordt uitsluitend weergegeven als de parameter OTH1 wordt ingesteld op AAN. De temperatuur BH1F is de richtwaarde voor de boiler om de bijverwarming in de activeringsperiode uit te schakelen. MW-5001011-01 Koelthermostaat 1 - TH1C Afb.64 Parameter moet ingesteld zijn op UIT;...
Pagina 58
6 Inbedrijfstelling Afb.66 t1F1 t1O2 t2F1 t1O1 MW-4000486-1 Optie voor thermische desinfectie - OTD Afb.67 Deze functie voorkomt de verspreiding van legionella in boilers door de bijverwarming in te schakelen. Voor thermische disinfectie wordt de temperatuur bij de referentiesensor S3 gemonitord. De beveiliging is gegarandeerd wanneer tijdens de monitoringperiode PDIS de desinfectietemperatuur TDIS gedurende de gehele desinfectieperiode continu wordt overschreden.
Pagina 59
6 Inbedrijfstelling Begintijd - SDIS Afb.71 Als een tijdstip is ingesteld voor de uitgestelde start, dan begint de thermische desinfectie pas op het ingestelde tijdstip in plaats van meteen op het einde van de monitoringperiode. Als u bijvoorbeeld 18:00 als begintijd hebt ingesteld en de monitoringperiode loopt af om 12:00, dan wordt het referentierelais om 18:00 geactiveerd in plaats van om 12:00, d.w.z.
7 Onderhoud Handmatige modus - MAN1 / MAN2 Afb.75 In de handmatige modus kan een relais handmatig worden ingeschakeld om de pompen en kleppen te laten werken voor onderhouds- en regelwerkzaamheden. Relais 1 en 2 UIT Auto Relais 1 en 2 automatische modus Relais 2 AAN Relais 1 op maximum toerental Relais 1 op minimum toerental...
7 Onderhoud Veiligheidsgroep 1. De veiligheidsklep of -groep op de sanitair-warmwaterinlaat moet minstens {1}één keer per maand{2} worden bediend om de goede werking hiervan te controleren en voorzorgsmaatregelen te nemen tegen eventuele overdruk die de sanitair-warmwaterboiler zou kunnen beschadigen. Waarschuwing Niet-naleving van dit onderhoudsvoorschrift kan een beschadiging van de sanitair-warmwaterboiler veroorzaken en de garantie annuleren.
7 Onderhoud 7.5.1 Stroom magnesiumanode controleren Afb.76 Stroom magnesiumanode controleren met een ampèremeter De boiler moet niet worden afgetapt. 1. Verwijder het deksel van de boiler. 2. Verwijder de moer en de aarddraad. 3. Meet de stroom tussen de boiler en de magnesiumanode. 3.1.
7 Onderhoud Afb.78 7. Breng de nieuwe pakking aan, waarbij het lipje naar buiten tussen de beide schroeven op het inspectieluik moet worden gepositioneerd. MW-2001303-01 Afb.79 8. Breng het inspectieluik/de elektrische verwarming weer aan door ze kruislings met een momentsleutel aan te draaien met een aanhaalmoment van 8 Nm +1/-0.
7 Onderhoud Afb.82 5. Breng het inspectieluik/de elektrische verwarming weer aan door ze kruislings met een momentsleutel aan te draaien met een aanhaalmoment van 8 Nm +1/-0. Houd rekening met de positie van het lipje. Houd rekening met de positie van de ronde aansluiting die dicht bij de aardaansluiting moet liggen.
7 Onderhoud 7.7.2 De inspectieluikjes terugplaatsen Afb.83 1. Vervang de pakking met lipje en steunringeenheid en plaats het geheel in de inspectieopening; denk er daarbij om dat het lipje van de pakking met lipje zich aan de buitenkant van de sanitair- warmwaterboiler bevindt.
7 Onderhoud 3. Plaats de unit terug. Opgelet Gebruik een momentsleutel. Aanhaalmoment van de anode: 8 Nm. De borgschroeven op het inspectieluik mogen niet te vast worden aangeschroefd. Tab.36 Flens Aanhaalmoment Pakking met lipjes 6 Nm +1/-0 Platte pakking 15 Nm Belangrijk U verkrijgt ongeveer 6 Nm door met de kleine hendel en 15 Nm door met de lange hendel van een pijpsleutel te draaien.
8 Bij storing 7.8.2 Warmtegeleidende vloeistof bijvullen Opgelet Controleer, vóór het vullen van de installatie, of de voordruk van het expansievat overeenkomt met de statische druk van het systeem. (Voordruk = Statische druk / 10 + 0,3 bar (1,0 + 0,03 MPa)).
8 Bij storing Afb.87 3. Haal de zekeringhouder uit zijn zitting. 4. Verwijder de kapotte zekering. 5. Gebruik de reservezekering om het geheel te vervangen en terug te monteren. L000223C Sensor defect Tab.37 Vast symbool Knipperend symbool Status De sensor is in sto ringsmodus.
9 Reserveonderdelen Beschrijving Controles Oplossingen De zonnepomp werkt, maar de boiler Er bevinden zich luchtbellen in het cir Ontlucht de installatie. temperatuur stijgt niet. cuit. Controleer de druk. Schakel de pomp meerdere keren achter elkaar in en uit. Het filter van de zonnecollector is ver Reinig het filter.
Pagina 75
10 Bijlage Verwijdering en recycling Afb.93 Belangrijk Het verwijderen en afvoeren van de sanitair warmwaterboiler moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en nationale regelgeving. 1. Sluit de elektrische voeding van de sanitair warmwaterboiler af. MW-3000179-03 2. Koppel de kabels van de elektrische componenten los. 3.
Pagina 80
Serviceline www.meiertobler.ch DUEDI S. MEIER TOBLER Distributore Uffi ciale Esclusivo De Dietrich-Thermique Italia Via Maestri del Lavoro, 16 Chemin de la Veyre-d'En-Haut B6, 12010 San Defendente di Cervasca (CN) CH -1806 St-Légier-La-Chiésaz +39 0171 857170 +41 (0) 21 943 02 22 +39 0171 687875 info@meiertobler.ch...