Samenvatting van Inhoud voor De Dietrich Neovo EcoNox Series
Pagina 1
BelgIë Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich NeOvo Installatie- en servicehandleiding Stookolieketel NeOvo EcoNox EFU 36 EFU 46 D u u r z a a m C o m f o r t...
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelij ke, gevoelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze bege leiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan ver...
1 Veiligheid Waarschuwing Alleen een erkend installateur mag werkzaamhe den aan de ketel en de verwarmingsinstallatie verrichten. Belangrijk De installatie moet in elk opzicht voldoen aan de geldende regels en richtlijnen die van toepassing zijn op werkzaamheden en reparaties in huizen, woningen en andere gebouwen.
1 Veiligheid Gevaar voor elektrische schok Alleen gekwalificeerde professionals mogen het toestel openen, in overeenstemming met de gel dende elektrische veiligheidsnorm. Gevaar Indien u rookgassen ruikt: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Open de ramen. 3. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze onmiddellijk af.
1 Veiligheid Belangrijk Verwijder de bemanteling alleen voor onder houds- en servicewerkzaamheden. Zet de be manteling weer terug na de onderhouds- en ser vicewerkzaamheden. Belangrijk Breng isolatie om de leidingen aan om warmte verlies tot een minimum te beperken. Opgelet Tap de ketel en het verwarmingssysteem af als het huis voor een lange periode leeg staat en er risico op bevriezing is.
1 Veiligheid 1.4.2 Aansprakelijkheid van de installateur De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meege leverde handleidingen en neem deze in acht. Installeer het apparaat overeenkomstig de geldende wetgeving en normen.
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Gebruikte symbolen 2.1.1 In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen Tab.1 Certificeringen CE identificatienummer 0085CQ0004 Type aansluiting 3.1.2 Verklaring van overeenstemming Het toestel is conform het in de EG conformiteitsverklaring beschreven standaardtype. Het is vervaardigd en in bedrijf genomen overeenkomstig de Europese richtlijnen. De originele conformiteitsverklaring is bij de fabrikant op te vragen.
Pagina 12
3 Technische specificaties Productnaam EFU 36 EFU 46 Nuttige warmteafgifte bij nominale warmteafgifte en 37,2 46,4 werking op hoge temperatuur Nuttige warmteafgifte bij 30% van de nominale warmte 11,6 14,5 afgifte en werking op lage temperatuur Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwar ƞ...
Pagina 13
3 Technische specificaties Eenheid EFU 36 EFU 46 Maximum werkdruk MPa (bar) 0,3 (3) 0,3 (3) Maximum watertemperatuur °C Drukverlies watercircuit bij Δt = 10K mbar Drukverlies watercircuit bij Δt = 15K mbar Drukverlies watercircuit bij Δt = 20K mbar Tab.5 Rookgasgegevens Eenheid...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Voornaamste componenten 4.1.1 Ketel Afb.4 Voornaamste componenten MW-6000621-1 1 Bedieningspaneel 6 Rookgasbuis 2 Aan/uit-schakelaar 7 Handmatige resetknop van veiligheidsthermostaat 3 Brander 8 Toegang tot de handmatige resetknop van de bran 4 Verwarmingslichaam 5 Positie van de printkaart van het bedieningspaneel 4.1.2 Brander...
4 Beschrijving van het product Werkingsprincipe 4.2.1 Bedrijfscyclus van de brander zonder verwarming Afb.6 Werkingschema F Vlamdetectie Z Ontsteking M Motor van de brander FT N.v.t. V Magnetisch ventiel OV N.v.t. SA Signaal externe storing ta N.v.t. tv Voorontstekings- en voorventilatietijd 12 seconden ts Beveiligingstijd: 10 seconden tn Na-ontstekingstijd: 20 seconden MW-6000619-1...
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Opgelet De installatie van de ketel moet door een erkende vakman worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voor schriften. NBN B 61-001: Ketelruimtes en schoorstenen NBN D 61-002: Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermo gen kleiner dan 70 kW - Voorschriften voor hun opstellingsruimte, venti...
8,4°dH (1,5 mmol/l, 15°f). Voor installatie met een vermogen van meer dan 200 kW is de juiste maximum totale water hardheid 2,8°dH (0,5 mmol/l, 5°f). Belangrijk Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt De Dietrich de volgende fabrikanten aan: Cillit Climalife...
5 Voor de installatie 5.3.1 Typeplaat Afb.7 Plaats van de typeplaat Typeplaten identificeren het product en bevatten de volgende informatie: Soort product Fabricagedatum (Jaar - Week) Serienummer Elektrische voeding Bedrijfsdruk Elektrisch vermogen IP-waarde Waarden van het submenu CONF (CN1 en CN2) Toelichting Indien de typeplaat niet toegankelijk is, wordt een tweede zelfkle...
5 Voor de installatie Belangrijk De leidingen voor de toevoer van lucht, de afvoer van verbran dingsgassen of het wegstromen van het condenswater niet afslui ten (ook niet gedeeltelijk) Voorkom sifonvorming in het rookgas buizenstelsel en de condensaatafvoerleiding om ophoping van condens te vermijden.
5 Voor de installatie 5.5.2 Twee directe verwarmingscircuits Benodigde opties Optionele printkaart SCB-04 MY440 Te maken elektrische verbindingen Directe-verwarmingspomp Aansluitblok X6 + X16 op de besturingsprint CU-OH01 Uit te voeren instellingen Er zijn geen specifieke instellingen voor dit type installatie Voor meer informatie, zie Elektrische aansluitingen, pagina 32 Installateursmenu, pagina 49...
5 Voor de installatie Uit te voeren instellingen Er zijn geen specifieke instellingen voor dit type installatie Voor meer informatie, zie Elektrische aansluitingen, pagina 32 Installateursmenu, pagina 49 5.5.5 Een verwarmingscircuit met mengklep Benodigde opties Optionele printkaart SCB-04 MY440 Te maken elektrische verbindingen Directe-verwarmingspomp Aansluitblok X6 + X16 op de besturingsprint CU-OH01 Temperatuursensor sanitair warmwater...
5 Voor de installatie 5.5.7 Een direct verwarmingscircuit + een verwarmingscircuit met mengklep Benodigde opties Optionele printkaart SCB-04 MY440 Te maken elektrische verbindingen Directe-verwarmingspomp Aansluitblok X7 op de besturingsprint CU-OH01 Verwarmingspomp gemengd circuit Aansluitblok X1 op de optionele besturingsprint SCB-04 Laadpomp voor sanitair-warmwater Aansluitblok X7 op de besturingsprint CU-OH01 Temperatuursensor na driewegsmengklep...
5 Voor de installatie 5.5.9 Een direct verwarmingscircuit + twee verwarmingscircuits met mengklep + een sanitair warmwaterboiler Benodigde opties Sanitair-warmwaterboiler BLC 150 ... 500 Sanitair-warmwaterboiler BPB 150 ... 500 Aansluitset verwarmingsketel ER599 2 x optionele besturingsprint SCB-04 2 x MY440 Te maken elektrische verbindingen Directe-verwarmingspomp Aansluitblok X6 + X16 op de besturingsprint CU-OH01...
6 Installatie Installatie Montage Houd u aan de volgende montagevolgorde, al naar gelang de configuratie van de installatie: 1. Zet de sanitair warmwaterboiler op zijn plaats. 2. Zet de ketel in elkaar. Deze is in kit-vorm afgeleverd. 3. Plaats de printkaart voor het extra circuit in de ketel. 4.
6 Installatie Afb.13 Bedieningspaneel installeren 10. Monteer de voorkant van het bedieningspaneel. 11. Klap de voorkant van het bedieningspaneel omhoog. 12. Klem de steun van het bedieningspaneel op het bovenste voorpa neel. De steun van het bedieningspaneel is omkeerbaar. 13. Voer de kabel van het bedieningspaneel door het gat in de steun van het bedieningspaneel.
6 Installatie Afb.16 Bedieningspaneel installeren 10. Monteer de voorkant van het bedieningspaneel. 11. Klap de voorkant van het bedieningspaneel omhoog. 12. Klem de steun van het bedieningspaneel op het bovenste voorpa neel. De steun van het bedieningspaneel is omkeerbaar. 13. Voer de kabel van het bedieningspaneel door het gat in de steun van het bedieningspaneel.
6 Installatie Opgelet Er mogen geen volledig of gedeeltelijk afsluitende toestellen zijn geïnstalleerd tussen de ketel en de veiligheidskleppen. Opgelet De verwarmingsinstallatie moet zo ontworpen en gerealiseerd zijn dat er geen water of andere daaraan toegevoegde producten kun nen terugvloeien uit de verwarmingscircuits naar het drinkwater net.
6 Installatie Olie-aansluiting 6.3.1 Algemeen De verbrander wordt geleverd met een dubbele stookolieverbinding be staande uit een opvoerslang en een andere slang voor terugvoer naar de tank. Controleer of de stookolie in de opslagtank huisbrand stookolie is. Als het om huisbrandolie gaat met een biobrandstof mengsel, mag dat niet meer dan 10% zijn.
6 Installatie Opgelet De temperatuur van het rookgas kan lager zijn dan 160 °C. Ge bruik altijd rookgasleidingen die bestand zijn tegen condensatie perioden. Afb.18 Flexibele type B aansluiting - Rookgasleidingen (verbrandingsluchttoevoer uit de stookruimte) ø 3/8" 3° MW-2000292-5 Opgelet De temperatuur van het rookgas kan lager zijn dan 160 °C.
6 Installatie De ketel is volledig voorbedraad. De interne aansluitingen van het bedie ningspaneel niet wijzigen. Voor de netvoeding wordt gebruik gemaakt van de voorbedrade aansluit kabel in het apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de fabrikant, zijn servicedienst of een persoon met een gelijkwaardige vak...
Pagina 34
6 Installatie Afb.21 3. Til het onderste voorpaneel een beetje op. 4. Klap het bovenste voorpaneel omlaag. 5. Verwijder het bovenste voorpaneel. 6. Trek de stekker van de brander uit het contact. MW-5000106-3 Afb.22 7. Verwijder de isolatie vanonder het bedieningspaneel. MW-5000107-3 Afb.23 8.
6 Installatie Afb.25 Plaatsing van de kabel 230V 230V MW-5000188-1 10. Zet de kabel(s) vast met trekontlasting(en). Gevaar Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels. 6.5.3 Verwarmingspomp van een direct circuit aansluiten Afb.26 MW-5000146-2 1. Sluit de directe verwarmingspomp aan volgens twee criteria: het ty pe en de configuratie van de installatie.
6 Installatie 6.5.5 Sanitair-warmwaterlaadpomp aansluiten Afb.28 1. Sluit de sanitair warmwaterlaadpomp aan op de ingang X7 op de CU-OH01 besturingsprint. MW-5000152-2 6.5.6 Temperatuursensor na een driewegmengklep aansluiten Afb.29 1. Sluit de temperatuursensor aan op de ingang X3 S DEP op de optio nele SCB-04 besturingsprint.
6 Installatie 6.5.8 Veiligheidsthermostaat met handmatige reset voor vloer verwarming aansluiten Afb.31 1. Sluit de veiligheidsthempstaat aan op de ingang X1 TS op de optio nele SCB-04 besturingsprint. MW-5000160-2 6.5.9 Driewegmengklep aansluiten Afb.32 1. Sluit de 3-wegmengklep aan op de ingang X1 op de optionele SCB-04 besturingsprint.
6 Installatie Afb.34 Kamerthermostaat aansluiten 2. Sluit de kamerthermostaat of kamertemperatuursensor aan op de in gang X10 ON/OFF OT/RU op de CU-OH01 besturingsprint. MW-5000147-2 6.5.12 Kamerthermostaat of kamertemperatuursensor op de op tionele besturingsprint aansluiten SCB-04 1. Verwijder de draadbrug over de ingang X3 ON/OFF OT/RU op de optionele SCB-04 besturingsprint.
6 Installatie 2. Controleer de waterzijdige aansluitingen op lekdichtheid. 3. Voor optimale werking moet het verwarmingscircuit volledig worden ontlucht. Installatieprocedure voltooien 1. Controleer of de ketelapparatuur en de thermostaten naar behoren functioneren. 2. Controleer of de thermostaten goed zijn afgesteld. 3.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Een speciale inbedrijfstellingsprocedure moet worden uitgevoerd als de ketel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen, als de ketel langduri ge niet is gebruikt of als er reparaties zijn uitgevoerd die een volledige her installatie van de ketel vereisen. Inbedrijfstellen van de ketel staat de ge bruiker toe de verschillende instellingen en de uit te voeren controles om de ketel in alle veiligheid op te starten, te beoordelen.
7 Inbedrijfstelling Procedure voor inbedrijfstelling met bedieningspaneel IniControl 2 7.4.1 Ketel 1. Open de stookolietoevoer. 2. Deblokkeer zo nodig de verwarmingspomp. Schroef de beschermdop los aan de voorzijde van de verwar mingspomp. Steek een schroevendraaier in de gleuf van de as van de verwar mingspomp en draai de as meerdere malen naar rechts en links.
7 Inbedrijfstelling Olie-instellingen 7.5.1 Verbranding van de brander instellen Controleer de verbranding door het CO -percentage te meten in de rook gasafvoer. Om meetfouten te voorkomen moet de route die de verbrandingspro ducten volgen tussen de ketelbuis en de schoorsteen lekdicht zijn. De ketel moet minstens 5 minuten werken als de ketel al op temperatuur is en minstens 10 minuten als de ketel koud is.
7 Inbedrijfstelling 7.5.3 Positie van de ontstekingselektroden afstellen Afb.44 Afstand tussen de ontstekingselektroden MW-5000218-1 1. Controleer de positie van de ontstekingselektroden. Eenheid EFU 36 EFU 46 Aantal ringen maal hun dikte Sproeier Danfoss Danfoss 0,75--45° SR 1,00--60° S Lijst met instellingen na ingebruikname 1.
8 Bediening met bedieningspaneel B-Control Bediening met bedieningspaneel B-Control Navigeren door de menu's Druk op een willekeurige toets om de achtergrondverlichting voor het be dieningspaneelscherm in te schakelen. Belangrijk Als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt, gaat de ach tergrondverlichting uit.
9 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2 Navigeren door de menu's Druk op een willekeurige toets om de achtergrondverlichting voor het be dieningspaneelscherm in te schakelen. Belangrijk Als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt, gaat de ach tergrondverlichting uit.
9 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2 Beheer van een extra besturingsprint Installatie met slechts 1 circuit Afb.53 Bij de inbedrijfstelling van de ketel is de weergegeven besturingsprint de CU-OH1. Het primaire circuit wordt geregeld door de CU-OH1 centrale besturings printeenheid. De naam van de besturingsprint wordt weergegeven op het scherm: Installatie met 2 circuits Afb.54...
10 Instellingen van het bedieningspaneel B-Control 10 Instellingen van het bedieningspaneel B-Control 10.1 Parameterlijst 10.1.1 Informatiemenu Tab.19 Informatielijst Informatie Beschrijving Scherm Status Zie de volgende tabel Substatus Zie de volgende tabel Verwarmingswatertemperatuur (°C) °C Het symbool knippert Sanitair warmwatertemperatuur (°C) Het symbool knippert °C...
10 Instellingen van het bedieningspaneel B-Control Status Substatus = einde van de warmtevraag (ketel gaat = vertraging nadraaitijd van de ketelpomp of vertraging van het opstarten uit) van de bijverwarming van sanitair warm water = uitschakeling ketelpomp of sanitair warm water = sluiten van afsluiter = starten van antipendelcyclus = stop...
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11.1 Parameterlijst 11.1.1 Installateursmenu Opgelet De naam van de besturingsprint wordt weergegeven. Controleer of het gaat om de besturingsprint die u wilt instellen. Bepaalde parameters worden weergegeven: volgens bepaalde systeemconfiguraties, volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangeslo...
Pagina 50
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Kenmerken van de thermische inertie van het gebouw: Instelbaar van 0 tot 10 = 10 uur voor een gebouw met een lage thermische inertie, = 22 uur voor een gebouw met een normale thermische inertie, = 50 uur voor een gebouw met een hoge thermische inertie.
Pagina 51
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Richtwaarde voor kamertemperatuur in de vakantiemodus 6 °C 6 °C Instelbaar van 5 tot 20°C Richttemperatuur voor overschakeling van de gereduceerde modus 16 °C 16 °C op de comfortmodus Instelbaar van 5 tot 30 °C Richtwaarde voor kamertemperatuur in de handbedieningsmodus 20 °C...
Pagina 52
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Het aantal dagen dat de VLOERDROGEN-functie actief is. De VLOERDROGEN-functie dient om een constante aanvoertempe ratuur of een reeks opeenvolgende temperatuurniveaus te forceren om het drogen van de cementvloer met behulp van de vloerverwar ming te versnellen.
Pagina 53
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Tab.24 Parameterlijst DP: Direct Hot Water Parameters = parameters voor tank voor sanitair warm water Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling De legionella-preventiefunctie gaat de ontwikkeling van de Legionel niet beschikbaar la bacterie in de sanitair warmwaterboiler tegen. Deze bacterie ver oorzaakt legionellose (de veteranenziekte): = OFF = ON: de tank voor sanitair warm water wordt eens per week...
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11.2 Parameters wijzigen 11.2.1 Handbediening van verwarming inschakelen Opgelet De naam van de printkaart wordt weergegeven. Controleer of het gaat om de printkaart die u wilt instellen. Het menu Handbediening wordt alleen gebruikt in de verwarmingsmodus. Afb.59 1.
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11.2.3 Stooklijn instellen Opgelet De naam van de besturingsprint wordt weergegeven. Controleer of het gaat om de besturingsprint die u wilt instellen. De basisrichttemperatuur van de verwarming dient om een constante be drijfstemperatuur aan het circuit op te leggen. De minimale bedrijfstemperatuur kan constant zijn als de helling van het circuit nul is.
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11.2.4 Terug naar de fabrieksinstellingen: Opgelet De naam van de printkaart wordt weergegeven. Controleer of het gaat om de besturingsprint die u wilt instellen. Het wijzigen van de fabrieksinstellingen kan de werking van het apparaat nadelig beïnvloeden.
Pagina 57
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 volgens bepaalde systeemconfiguraties, volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangeslo ten. Tab.26 Parameterlijst AM: Appliance Measured = gemeten waarden voor het apparaat Parameter Beschrijving Eenheid Besturings Besturings print print Pomptoerental.
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Eenheid Besturings Besturings print print Werkingsmodus van het circuit: niet beschik beschikbaar baar = AUTO = handmatig = vorstbeveiliging = tijdelijk Wisselstroommodus: niet beschik beschikbaar baar = vorstbeveiliging = beperkt = comfort = antilegionella Richtwaarde gewenste kamertemperatuur.
Pagina 59
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Status Substatus = ketel in de verwarmingsmodus = nominale interne richtwaarde = beperkte interne richtwaarde = controle normaal vermogen = temperatuurstabilisatietijd = ketel in de bereidingsmodus voor sani = nominale interne richtwaarde tair warm water = beperkte interne richtwaarde = controle normaal vermogen = temperatuurstabilisatietijd...
12 Onderhoud 12 Onderhoud 12.1 Algemeen Opgelet Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitge voerd. Laat minstens één keer per jaar het apparaat inspecteren en de schoor steen vegen, of vaker afhankelijk van de in uw land geldende regels. Opgelet Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie.
12 Onderhoud 12.2.4 Automatische ontluchter controleren 1. Verwijder de dop van de automatische ontluchter. 2. Als er water aanwezig is binnen in de automatische ontluchter, moet de automatische ontluchter worden vervangen. 12.2.5 Verwarmingslichaam reinigen Onderbreek de elektrische stroomvoorziening van de ketel. Afb.66 Onderste voorpaneel verwijderen 1.
Pagina 62
12 Onderhoud Afb.69 Isolatie verwijderen 4. Verwijder de isolatie die zich tussen het bedieningspaneel en het verwarmingslichaam bevindt. MW-6000607-1 Afb.70 Brander uitnemen 5. Verwijder de brander om de verbrandingskamersdeur te openen. MW-6000605-1 Afb.71 Verbrandingskamerdeur openen 6. Verwijder de vier schroeven uit de verbrandingskamerdeur (sleutel 13).
12 Onderhoud Afb.72 Verwarmingslichaam reinigen 8. Verwijder de convectieversnellers. 9. Borstel de rookkanalen zorgvuldig schoon met behulp van de daar voor bijgeleverde reinigingsborstel. 10. Borstel de verbrandingskamer schoon. 11. Verwijder het roet onderin de rookkanalen en in de vuurhaard met behulp van een stofzuiger voorzien van een mondstuk met een dia...
12 Onderhoud 9. Draai de schroef los (inbussleutel 4). 10. Verwijder de verbrandingskop. Afb.74 Verstuiver vervangen 11. Bevestig de verstuiverleiding (sleutel 16). 12. Draai de verstuiver helemaal los (sleutel 16). 13. Zet de nieuwe verstuiver op zijn plaats 14. Schroef de nieuwe verstuiver vast en draai deze aan met twee 16- mm platte sleutels.
12 Onderhoud 3. Zet de nieuwe ventilator op zijn plaats. 4. Zet de ventilator vast. 5. Controleer de plaatsing van het branderventilator. 6. Ga voor het monteren in de omgekeerde volgorde van de demonta ge te werk. Toelichting Door de ventilator te verwijderen wordt ook toegang verkregen tot de motor.
12 Onderhoud 12.3.4 Aftappen van de installatie Afb.78 Aftappen van de installatie Het aftappen van de CV-installatie kan nodig zijn als radiatoren moeten worden vervangen, bij ernstige waterlekkage, of als bevriezingsgevaar dreigt. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren. 2.
13 Bij storing 13 Bij storing 13.1 Storingsmeldingen B-Control 13.1.1 Weergave van storingscode Als een storing wordt gedetecteerd, wordt automatisch de storingscode weergegeven. Afb.79 Weergave van storingscode Toelichting De pictogrammen knipperen. 13.1.2 Weergave van foutcode Als een fout wordt gedetecteerd, wordt automatisch de foutcode weerge geven.
13 Bij storing Afb.84 2. Selecteer het storingsmenu door op toets te drukken. Afb.85 3. Druk op de toets om door de storingsmeldingen te bladeren. 4. Druk op toets om de details van de storingscode weer te geven. 13.3 Storingscodes Een storingscode is een tijdelijke status van de ketel, als gevolg van de detectie van een ketelanomalie.
Pagina 69
13 Bij storing Storings Storings Melding Beschrijving code code H02.04 STORING Verkeerde configuratie van de parameters van de centrale besturingsprinteen INSTELLINGEN heid. Terug naar de fabrieksinstellingen Als de fout nog steeds aanwezig is: vervang de besturingsprint H02.05 Geheugenfout. Andere software (software-nummer of versie niet in overeenstemming met het geheugen) H02.09 GEDEELTELIJK...
13 Bij storing Storings Storings Melding Beschrijving code code H07.00 BURNER FOUT Geen ontstekingsvonk. Controleer de ontstekingstrafo Controleer de ontstekingselektrode Controleer de hoogspanningskabels Controleer aarding Branderautomaat defect. Vervang de branderautomaat Geen vlamsignaal. Controleer of de vlamdetectiecel goed uitgelijnd is Lucht in het stookoliecircuit. Controleer of de stookoliekraan open is Controleer de goede staat van de vlamdetectiecel Controleer op rookgasrecirculatie...
13 Bij storing Storing Storings Melding Beschrijving code code E01.12 RETURN HOGER Retourtemperatuur gedurende 5 minuten hoger dan de aanvoertemperatuur. DAN VERTR Controleer het hydraulische circuit van de ketel E01.04 GEB VLAMVERLIES Geen vlamsignaal. Lucht in het stookoliecircuit Controleer of de stookoliekraan open is Controleer de goede staat van de vlamdetectiecel Controleer op rookgasrecirculatie E02.13...
14 Uitbedrijfname 14 Uitbedrijfname 14.1 Procedure voor uitbedrijfname Afb.86 Netvoeding onderbreken Als de ketel (tijdelijk) uit bedrijf moet worden genomen, ga dan als volgt te werk: 1. Zet de aan/uit-schakelaar op de Uit-stand. 2. Onderbreek de elektrische stroomvoorziening van de ketel. 3.
15 Reserveonderdelen 15 Reserveonderdelen 15.1 Algemeen Als bij de inspectie of onderhoudswerk blijkt dat een onderdeel in de ketel vervangen moet worden: Geef het referentienummer op dat staat in de lijst van reserveonderdelen om het onderdeel te bestellen. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. 15.2 Ketelblok Afb.89...