Gebruiksaanwijzing
4.1.2 Voorbereiden van het vullen
4.1.3 Vullen van de machine
Rhima-webshop.nl
Getallen tussen haakjes verwijzen het schema in het hoofdstuk "Ontwerp van de
machine".
Controleer:
•
of de afwasmachine en alle uitneembare onderdelen schoon zijn en of er
geen vuil in de sproeiers van de was- en naspoelarmen zit (10, 18).
•
of de rubbermof (14) onbeschadigd is.
•
of de afsluiter open staat
•
de hoeveelheden afwas- en naglansmiddel.
Gebruik geen handafwasmiddel in de machine of het voorspoelen van vaat. Dit
veroorzaakt veel schuimvorming en slechte afwasresultaten.
Monteer:
De standpijp (13), filters (12) en, waar van toepassing, het afvoerfilter (15). De
rubbermof (14) moet afdichten tegen de basisplaat.
Schakel de stroom in met de 0/1 knop (9).
Getallen tussen haakjes verwijzen het schema in het hoofdstuk "Ontwerp van de
machine".
•
Schakel de stroom in met de 0/1 knop (9) op het paneel. In het display (3)
wordt de watertemperatuur van het spoelwater getoond. Het andere dis-
play (4) geeft "P0" weer. P0 is een pauzemodus, wat betekent dat er geen
wasprogramma geselecteerd is.
•
Sluit de kap en de machine zal gaan vullen. De opwarmtijd is afhankelijk
van de temperatuur van het inkomende water.
•
Wanneer de machine vol is, gaat het symbool (1) branden en op het display
(2) verschijnt de temperatuur van het afwaswater. Als de afwastempera-
tuur meer dan 5 °C onder de ingestelde waarde komt, gaat de getoonde
temperatuur op het display (2) knipperen.
•
De machine kan pas gaan afwassen als het afwaswater de ingestelde tem-
peratuur min 5 °C heeft bereikt, indien deze functie is geselecteerd. De nor-
male bedrijfstemperatuur voor de afwasfase is 60 °C. Wanneer de
afwaswatertemperatuur beneden de 50 °C komt, gaat het temperatuurdis-
play knipperen.
WD-7
29
Rev. 4.0
Rhima-webshop.nl