Procedure voor inlopen van de motor
BELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor
slechter presteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd de
inloopprocedures.
1.
Laat tijdens de eerste twee bedrijfsuren de motor met gevarieerde gasklepinstellingen draaien tot 4500
omw/min of op driekwart volgas. Geef niet plotseling heel veel gas en zorg ervoor dat de motor niet
langere tijd stationair draait.
2.
Gedurende de volgende acht bedrijfsuren dient u niet langer dan vijf minuten achter elkaar met vol gas
te draaien.
Controlelijst vóór het starten
•
De gebruiker moet op de hoogte zijn van de veilige navigatie-, vaar- en bedieningsprocedures.
•
Er is voor elke persoon aan boord een passend reddingsvest dat gemakkelijk toegankelijk is (wettelijk
verplicht).
•
Er is een ringvormige reddingsband of een drijfkussen aan boord voor het geval er iemand overboord
slaat.
•
Zorg dat u het maximale laadvermogen van de boot kent. Kijk op het specificatieplaatje op de boot.
•
Brandstoftoevoer in orde.
•
Schik de passagiers en de lading in de boot zodanig dat het gewicht gelijkmatig verdeeld is en
iedereen een goede zitplaats heeft.
•
Vertel aan iemand waar u heengaat en wanneer u verwacht terug te zijn.
•
Het is verboden om een boot te besturen onder invloed van alcohol of andere middelen.
•
Zorg dat u het water en het gebied waar u gaat varen kent: getijden, stromingen, zandbanken, rotsen
en andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die staan opgenoemd in Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
Instructies alvorens te starten
1.
Verbind de externe brandstofslang met fitting voor de brandstofinlaat vooraan de buitenboordmotor.
Controleer of de connector is vastgeklikt.
nld
BEDIENING
67
74339