Inhoudsopgave
Advertenties
7.3.4
Bevochtigingscapaciteit instellen
7.3.5
Waterniveaudetectie instellen
Water Level Detection
ON
OFF
In de bedrijfsstanden non-invasieve beademing (NIV) en invasieve beademing
(IV) kan de bevochtigingscapaciteit individueel op drie niveaus worden ingesteld�
Eén druppel is de minimale bevochtigingscapaciteit, drie druppels de maximale
bevochtigingscapaciteit� Hierdoor kan de gebruiker, afhankelijk van het gekozen
beademingscircuit en het type therapie, de bevochtiging van de patiënt flexibeler
instellen; eventuele condensvorming in het beademingscircuit wordt verminderd�
De actieve bevochtiger Aquapor H300 detecteert automatisch het waterniveau in
de bevochtigingskamer� Als het waterniveau in de bevochtigingskamer boven of
onder het maximale of minimale vulniveau komt, wordt een akoestisch en optisch
alarm geactiveerd� Voor de automatische waterniveaudetectie zijn de volgende
opties beschikbaar:
●
"ON" = functie geactiveerd
●
"OFF" = functie gedeactiveerd
OPMERKING
Onjuist gelabelde, ondoorzichtige waterkamers kunnen de juiste werking van de
automatische waterniveaudetectie negatief beïnvloeden�
Indien de buitenkant van de bevochtigingskamer is bedrukt, moet de
waterniveaudetectie eventueel worden gedeactiveerd� Het waterniveau moet om
de 2 uur worden gecontroleerd (afhankelijk van de beademingsparameters kunnen
langere intervallen mogelijk zijn) en mag tijdens het bedrijf niet boven de max�
markering worden bijgevuld of drooglopen�
Vanwege het ontwerp kan de bovenste niveaudetectie voor bevochtigingskamers
voor neonaten niet door de automatische waterniveaudetectie worden
gedetecteerd�
De vlotter van de compatibele waterkamers voorkomt een te hoog vulniveau en het
overlopen van de waterkamer�
25
Advertenties
Inhoudsopgave
