Grundfos CRE Series Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 26
Verberg thumbnails
Zie ook voor CRE Series:
- Installatie- en bedieningsinstructies (41 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (81 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Pt100/1000 ingang 1 en 2, Functie
De Pt100/Pt1000 ingangen kunnen worden ingesteld op de vol-
gende functies:
•
Niet actief
•
Terugkoppeling sensor
•
Ext. setpointbeïnvl.
Zie paragraaf 10. Extern setpointsignaal voor een verdere
beschrijving.
•
Andere functie.
Het aantal beschikbare displays hangt af van het pomptype.
Zie hieronder.
Functie (klem)
Pt100/1000 ingang 1, Functie
(17 en 18)
Pt100/1000 ingang 2, Functie
(19 en 18)
Pt100/1000 ingang 1 en 2, Meetparameter
De Pt100/1000 ingangen kunnen worden ingesteld op de vol-
gende parameters:
•
Vloeistoftemp.
•
Temperatuur 1
•
Temperatuur 2
•
Omgevingstemp.
•
DE lagertemp.
•
NDE lagertemp.
Het aantal beschikbare displays hangt af van het pomptype.
Zie hieronder.
Functie (klem)
Pt100/1000 ingang 1, Meetpara-
meter (17 en 18)
Pt100/1000 ingang 2, Meetpara-
meter (19 en 18)
26
CRE, CRIE,
CME
CRNE, SPKE,
MTRE
-
●
-
●
CRE, CRIE,
CME
CRNE, SPKE,
MTRE
-
●
-
●
LiqTec functie
De functie van LiqTec sensoren kan in dit display worden geacti-
veerd of gedeactiveerd. Een LiqTec sensor beschermt de pomp
tegen drooglopen en te hoge vloeistoftemperatuur (130 ± 5 °C).
Wanneer de LiqTec functie is geactiveerd, dan schakelt de pomp
uit bij drooglopen of als de vloeistoftemperatuur te hoog wordt.
De pomp moet opnieuw handmatig worden ingeschakeld als deze
is uitgeschakeld vanwege drooglopen of een te hoge vloeistof-
temperatuur.
Mogelijke instellingen:
•
Actief
•
Niet actief.
Het aantal beschikbare displays hangt af van het pomptype.
Zie hieronder.
Functie (klem)
LiqTec functie (21 en 22)
Capaciteitsbereik
Stel het capaciteitsbereik als volgt in:
•
Stel het min. toerental in tussen een vast min. toerental en een
door de gebruiker ingesteld max. toerental.
•
Stel het max. toerental in tussen een door de gebruiker inge-
steld min. toerental en een vast max. toerental.
Het capaciteitsbereik ligt tussen de door de gebruiker ingestelde
min. en de max. toerentallen. Zie afb. 32.
100 %
Max. toerental (vast)
67 %
Door gebruiker ingesteld
max. toerental
Capaciteitsbereik
24 %
Door gebruiker ingesteld
min. toerental
12 %
Min. toerental (vast)
0 %
Afb. 32 Voorbeeld van min. en max. instellingen
CRE, CRIE,
CME
CRNE, SPKE,
MTRE
-
●
Advertenties
Inhoudsopgave
