4. Elektrische installatie
Voer de elektrische aansluiting en bescherming uit in overeen-
stemming met de lokale voorschriften.
Controleer of de toevoerspanning en frequentie overeenkomen
met de waarden die op het typeplaatje staan vermeld.
Waarschuwing
Schakel de voedingspanning uit voordat
u aansluitingen maakt.
Waarschuwing
De pomp moet worden aangesloten op een
externe voedingsschakelaar met een minimale
contactopening van 3 mm bij alle polen.
Aarding of neutralisatie moet worden gebruikt als
bescherming tegen indirect contact.
Als de pomp is verbonden met een elektrische
installatie waarbij een aardlekschakelaar (ELCB)
wordt gebruikt voor extra bescherming, moet
deze aardlekschakelaar worden geactiveerd als
aardlekstromen optreden bij gelijkstroom (pulse-
rende gelijkstroom).
De aardlekschakelaar moet worden gemarkeerd
met het eerste van de hieronder weergegeven
symbolen of met beide:
•
De pomp moet worden verbonden met een externe netschake-
laar.
•
Voor de pomp is geen externe motorbeveiliging vereist.
•
De motor is uitgerust met thermische beveiliging tegen trage
overbelasting en blokkering.
•
Als de pomp wordt ingeschakeld via het voedingsnet, begint
deze na ongeveer 5 seconden met pompen.
De pomp mag niet meer dan viermaal per uur
N.B.
wordt gestart en gestopt via het voedingsnet.
4.1 Toevoerspanning
1 x 230 V ± 10 %, 50/60 Hz, PE.
De spanningstoleranties zijn bedoeld voor spanningsvariaties in
het voedingsnet. Zij mogen niet worden gebruikt voor het laten
draaien van pompen met andere voltages dan op het typeplaatje
staan vermeld.
4.2 Aansluiting op het voedingsnet
4.2.1 Uitvoeringen met klemaansluiting
Stap Actie
Verwijder het
voorpaneel van de
schakelkast.
1
Opmerking: Ver-
wijder de schroe-
ven niet uit het
paneel.
Zoek de voedings-
stekker en kabel-
wartel in het
2
papieren zakje dat
wordt meegele-
verd met de pomp.
10
Illustratie
Sluit de kabelwar-
3
tel aan op de
schakelkast.
Trek de voedings-
4
kabel door de
kabelwartel.
Strip de kabelge-
5
leiders zoals afge-
beeld.
Verbind de kabel-
6
geleiders met de
voedingsstekker.
Steek de voe-
dingsstekker in de
mannelijke aan-
7
sluiting in de scha-
kelkast van de
pomp.
Draai de kabel-
wartel aan.
8
Breng het voorpa-
neel opnieuw aan.