6.14 "Voorgedefinieerde setpoints"
U kunt zeven voorgedefinieerde setpoints instellen en activeren door de ingangssignalen voor digitale ingangen 2, 3 en 4 te combineren zoals
wordt aangegeven in de onderstaande tabel. Stel de digitale ingangen 2, 3 en 4 in op Voorgedefinieerde setpoints als alle zeven vooraf
ingestelde setpoints moeten worden gebruikt. U kunt ook een of twee van de digitale ingangen instellen op Voorgedefinieerde setpoints.
Hiermee beperkt u echter het aantal beschikbare vooraf ingestelde setpoints.
Digitale ingangen
2
3
0
0
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
1
1
1
0: Open contact
1: Gesloten contact
Voorbeeld
In de afbeelding ziet u hoe u de digitale ingangen kunt gebruiken om zeven vooraf ingestelde setpoints in te stellen. Digitale ingang 2 is open
en digitale ingangen 3 en 4 zijn gesloten. Als u dit vergelijkt met de bovenstaande tabel, ziet u dat Voorgedefinieerd setpoint 6 is
geactiveerd.
DI 4
7
DI 3
6
DI 2
SP
A
1
0
Stop
Pos.
DI
SP
SP
A
SP
N
Stop
Als alle digitale ingangen open zijn, wordt de motor uitgeschakeld of werkt deze met het normale setpoint. Stel de gewenste actie in met
Grundfos GO Remote of met het geavanceerde bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
6.7 "Digitale ingangen"
6.15 "Functie voor limietoverschrijding"
Gebruik deze functie om een gemeten parameter of een van de interne waarden zoals toerental, motorbelasting of motorstroom te
controleren. Als een ingestelde limiet wordt bereikt, kan een geselecteerde actie plaatsvinden. U kunt twee functies voor limietoverschrijding
instellen. Dit betekent dat u twee parameters of twee limieten van dezelfde parameter gelijktijdig kunt controleren.
De functie vereist instelling van de volgende parameters:
Gemeten
Stel de te controleren gemeten parameter in.
Limiet
Stel de grenswaarde in die de functie activeert.
Hystereseband
Stel de hystereseband in voor wanneer de functie opnieuw moet worden uitgeschakeld.
Limiet overschreden wanneer
Stel de functie in die moet worden geactiveerd als de geselecteerde parameter de ingestelde grenswaarde overschrijdt of tot onder de
ingestelde grenswaarde daalt.
320
Gewenste waarde
4
0
Normaal setpoint of Stop
0
Voorgedefinieerd setpoint 1
0
Voorgedefinieerd setpoint 2
0
Voorgedefinieerd setpoint 3
1
Voorgedefinieerd setpoint 4
1
Voorgedefinieerd setpoint 5
1
Voorgedefinieerd setpoint 6
1
Voorgedefinieerd setpoint 7
SP 7
SP 6
5
SP 5
4
SP 4
3
SP 3
2
SP 2
SP 1
SP
N
Beschrijving
Digitale ingang
Gewenste waarde
Actueel setpoint
Normaal setpoint
Stop