Steek de stang van de
snijhoogteverstelling (3) in het gat van de
maaiwerkophanging (4).
Steek de splitpen (1) erin.
● Monteer het maaiwerk. ( 13.2)
● Monteer het uitwerpkanaal. ( 14.6)
● Haak de grasopvangbox vast.
( 12.10)
14.13 Inhoud van de motorolie
controleren
● Plaats het apparaat op een vlakke
ondergrond.
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
( 12.3)
● Handrem aantrekken. ( 8.10)
● Verbrandingsmotor laten afkoelen.
226
● Opbergvak openen. ( 14.11)
● Inhoud van de motorolie controleren
volgens gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor – indien nodig
motorolie bijvullen. ( 14.14)
14.14 Motorolie verversen
Gevaar voor verbranding door
hete motorolie!
Vóór het bijvullen of verversen van
de motorolie de verbrandingsmotor
volledig laten afkoelen.
Voor informatie over motorolie en
vulhoeveelheid olie verwijzen wij u naar de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor.
Voer gebruikte olie af conform de
wettelijke bepalingen.
Verversingsintervallen voor olie:
De aanbevolen intervallen voor het
verversen van olie vindt u in de
gebruiksaanwijzing voor de
verbrandingsmotor.
Motorolie aftappen:
● Schakel de verbrandingsmotor uit en
laat deze afkoelen (handwarm).
( 12.3)
● Handrem aantrekken. ( 8.10)
● Uitwerpkanaal demonteren. ( 14.5)
● Opbergvak openen. ( 14.11)
● Motorolie via de olieaftapklep (boven
het achterwiel rechts) zoals beschreven
in gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor aftappen.
Motorolie bijvullen:
● Motorolie zoals beschreven in de
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor
bijvullen – een geschikte trechter en
een slang (wordt niet meegeleverd)
gebruiken.
● Opbergvak sluiten ( 14.11) en
uitwerpkanaal monteren. ( 14.6)
14.15 Brandstofkraan
Door de brandstofkraan open en
dicht te draaien, wordt de
brandstofstroom in de
brandstofleiding vrijgegeven of
onderbroken.
De brandstofkraan bevindt zich achter het
achterwiel links.
● Verbrandingsmotor
uitschakelen. ( 12.3)
● Handrem aantrekken. ( 8.10)
0478 193 9905 C - NL