– of de banden (luchtdruk,
beschadigingen, slijtage) en het frame
in onberispelijke staat verkeren. De
schroefverbindingen moeten op
correcte montage worden
gecontroleerd. Alle
onderhoudswerkzaamheden die in het
onderhoudsschema worden vermeld
onder de rubriek "Vóór het in bedrijf
nemen" moeten in elk geval worden
uitgevoerd. ( 14.1)
Neem indien nodig contact op met een
vakhandelaar. STIHL beveelt hiervoor de
STIHL vakhandelaar aan.
4.7 Tijdens het werken
Werk nooit als er personen (in
het bijzonder kinderen) of
dieren in de buurt zijn. Let erop,
dat gras nooit in de richting van
derden wordt uitgeworpen.
Werk niet met het apparaat bij regen,
onweer en met name niet bij
blikseminslaggevaar.
Uitlaatgassen:
Levensgevaar door vergiftiging!
Stop onmiddellijk met werken bij
misselijkheid, hoofdpijn,
zichtstoornissen (bijv.
blikvernauwing), slecht horen,
duizeligheid of een verminderd
concentratievermogen. Deze
symptomen kunnen onder andere
door een te hoge concentratie
uitlaatgassen worden veroorzaakt.
Het apparaat genereert giftige
uitlaatgassen zodra de
verbrandingsmotor is
ingeschakeld. Deze gassen
bevatten giftig koolmonoxide, een kleur-
en reukloos gas, en andere schadelijke
0478 193 9905 C - NL
stoffen. De verbrandingsmotor mag nooit
in afgesloten of slecht geventileerde
ruimtes in werking worden gezet.
De uitlaatgassen van de
verbrandingsmotor worden voor het linker
achterwiel afgegeven. Tijdens het maaien
met het apparaat moet erop worden gelet,
dat dit gedeelte steeds schoon blijft en
nooit wordt afgedekt, zodat de
uitlaatgassen niet opstuwen.
Starten:
De machine mag alleen vanuit de
bestuurdersstoel worden gestart.
Start de machine op een vlakke
ondergrond, niet op een helling.
De verbrandingsmotor mag alleen in een
goed geventileerde werkruimte worden
gestart, vooral in garages moet op
voldoende beluchting worden gelet.
Voordat u de verbrandingsmotor start,
koppelt u het snijgereedschap, de combi-
apparaten en de aandrijving los en trapt u
het rempedaal krachtig in.
Houd bij het starten altijd voldoende
afstand tussen uw voeten en het
snijgereedschap.
Start de verbrandingsmotor nooit door
kortsluiten van de klem van de startmotor.
Bij het overbruggen van het normale
schakelcircuit van de startmotor kan de
zitmaaier plotseling in beweging komen.
Start de verbrandingsmotor nooit wanneer
u benzinelucht ruikt – explosiegevaar!
Werken:
Let op – Kans op letsel!
Let op het werkbereik
van het maaimes. Houd
handen of voeten nooit
tegen of onder draaiende
onderdelen. Raak het
ronddraaiende maaimes nooit aan.
Blijf altijd uit de buurt van de
uitwerpopening. Houd altijd
voldoende veiligheidsafstand in
acht.
Werk alleen bij daglicht of bij goede
kunstverlichting.
Bij het rijden buiten het gazon of wanneer
er niet wordt gemaaid, moet het maaimes
worden losgekoppeld en moet het
maaiwerk in de hoogste snijstand worden
gezet.
U moet om in het gras verborgen
voorwerpen heenrijden
(beregeningsinstallaties, palen,
waterkranen, fundamenten, stroomkabels
enz.). Rijd nooit over dergelijke
voorwerpen heen.
Bij het werken met extra combi-apparaten
wordt aanbevolen het maaiwerk en het
uitwerpkanaal te demonteren – zie
gebruiksaanwijzing van de combi-
apparaten.
Houd het stuurwiel tijdens het rijden altijd
met beide handen vast.
Voorzichtigheid is met name bij het rijden
op gazons en andere oneffen terreinen
geboden, omdat het stuurwiel bij het rijden
in putten, over heuvels en bij schokken
enz. vanzelf kan verdraaien.
Gevaar voor letsel aan handen en
vingers!
189