Rijrichting kiezen:
Rijrichting vooruit:
Zet de keuzehendel rijrichting (1) in de
voorste positie.
Rijrichting achteruit:
Zet de keuzehendel rijrichting (1) in de
achterste positie.
8.6 Stuurwiel
Waarschuwing!
Houd het stuurwiel tijdens het rijden
altijd met beide handen vast.
198
Door het stuurwiel (1) naar links L of naar
rechts R te draaien, verandert u de
rijrichting van de zitmaaier.
Hoe verder het stuurwiel (1) wordt
gedraaid, des te kleiner wordt de
draaicirkel.
8.7 Verstelhendel bestuurdersstoel
De stoel kan in zeven
verschillende standen worden
versteld.
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
( 12.3)
● Op de bestuurdersstoel plaats nemen
en de rechterhand op het stuurwiel
leggen.
1 Til met de linkerhand de verstelhendel
bestuurdersstoel (1) omhoog en houd
deze vast.
2 Bestuurdersstoel (2) in de gewenste
stand zetten. Daarna hendel
hoogteverstelling bestuurdersstoel
loslaten en vastklikken.
8.8 Aandrijfpedaal
Aanwijzing
Controleer vóór het induwen van
het aandrijfpedaal of de juiste
rijrichting op de keuzehendel
rijrichting is geselecteerd.
Na het aantrekken van de handrem
of het induwen van het rempedaal
kan het aandrijfpedaal niet worden
ingeduwd.
Met behulp van het
aandrijfpedaal wordt de
rijsnelheid traploos geregeld.
Stoppen:
Haal uw voet van het aandrijfpedaal
(wielaandrijving) (1).
0478 193 9905 C - NL