Opmerking
• Als alle rasters er anders uitzien, kiest u het raster met de minst waarneembare horizontale
strepen.
C: Subtiele horizontale strepen
D: Duidelijk zichtbare horizontale strepen
13. Herhaal deze stappen totdat u klaar bent met het invoeren van rasternummers voor
kolommen O tot en met T, en druk vervolgens op de knop OK.
Voor kolom P kiest u het raster met de minst waarneembare verticale strepen.
14. Druk op de knop OK wanneer een bericht wordt weergegeven dat de uitlijning van de
printkop is voltooid.
221