5. Selecteer LAN wijzigen (Change LAN) en druk op de knop OK.
6. Selecteer Directe verbind. activeren (Activate direct connect.) en druk op de knop
OK.
7. Selecteer Ja (Yes) en druk op de knop OK.
De identificatie (SSID) voor de directe verbinding wordt weergegeven.
Het apparaat herkent de printer aan de identificatie (SSID).
Opmerking
• Als u op de rechter Functie (Function)-knop drukt, Ja (Yes) selecteert en op de knop OK
drukt, verschijnen de volgende items.
• Beveiligingsinstelling
• Wachtwoord
• De printernaam die wordt weergegeven op een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat
Er wordt om een wachtwoord gevraagd wanneer een apparaat wordt verbonden met de
printer. Afhankelijk van het gebruikte apparaat is geen wachtwoord vereist.
Wanneer u een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat verbindt met de printer, selecteert u de
apparaatnaam die wordt weergegeven op het LCD-scherm van uw apparaat.
• De identificatie (SSID) en de beveiligingsinstelling worden automatisch opgegeven. Zie
hieronder als u ze wilt bijwerken.
Instelling voor directe verbinding wijzigen
8. Druk op de knop OK.
De directe verbinding is ingeschakeld en het apparaat kan draadloos met de printer worden
verbonden.
Instellingen van een apparaat wijzigen en het verbinden met de printer
1. Schakel draadloze communicatie op uw apparaat in.
Schakel Wi-Fi in via het menu Instellingen van uw apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het apparaat voor meer informatie over het inschakelen van
draadloze communicatie.
2. Selecteer 'DIRECT-XXXX-MB2100series' ('X' staat voor een alfanumeriek teken) in de
lijst die op het apparaat wordt weergegeven.
Opmerking
• Als 'DIRECT-XXXX-MB2100series' niet in de lijst staat, is de directe verbinding niet
ingeschakeld.
Zie
De printerinstellingen wijzigen
om de directe verbinding in te schakelen.
627