6. Selecteer het documenttype.
Document
Hiermee wordt het origineel op de glasplaat of in de ADF gescand als een document, waarbij de
instellingen bij Scaninstelling. (Scan settings) worden toegepast.
Foto (Photo)
Het origineel op de glasplaat wordt gescand als foto, waarbij de instellingen bij Scaninstelling.
(Scan settings) worden toegepast.
7. Druk op de rechter Functie (Function)knop om desgewenst de instellingen aan te passen.
Items instellen voor scannen met het bedieningspaneel
Opmerking
• Door in het stand-byscherm voor scannen op de linker Functie (Function)-knop te drukken, kunt
u de huidige scaninstellingen registreren als aangepaste instelling.
Favoriete instellingen (aangepaste profielen) registreren
8.
Plaats een origineel document op de glasplaat of in de ADF.
9. Druk op de knop Kleur (Color) voor scannen in kleur of op de knop Zwart (Black) voor
scannen in zwart-wit.
Opmerking
• Als het origineel niet correct is geplaatst, wordt er een bericht weergegeven op het LCD-scherm.
Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF op basis van de scaninstellingen.
• Als u AAN (ON) selecteert voor Voorbeeld (Preview) op het scherm met scaninstellingen:
Het voorbeeldscherm wordt weergegeven voordat het gescande origineel op het USB-flashstation
wordt opgeslagen.
Als AAN (ON) is geselecteerd voor Voorbeeld (Preview) op het scherm met scaninstellingen,
wordt na het scannen het voorbeeldscherm weergegeven op het LCD-scherm. Als u het origineel
opnieuw wilt scannen, drukt u op de linker Functie (Function)knop. Als u PDF of Compacte PDF
(Compact PDF) selecteert voor Indeling (Format) op het scherm voor de scaninstellingen, kunt u
het scanbeeld op het voorbeeldscherm draaien door op de rechter Functie (Function)knop te
drukken. Druk op de knop OK op het opslaan te starten.
923