VS 2403 Stand 03.08
Meststoffen van dierlijke afkomst en secundaire meststoffen:
•
zijn als mengmeststoffen gekwalificeerd en bevatten
voornamelijk stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K),
•
kunnen op grond van hun verschillende strooi-eigenschappen in
de regel in vergelijking tot minerale meststoffen niet zo exact
worden toegepast. Aan het verspreiden daarvan zijn grotere
risico's voor eventuele milieubelastingen door voedingsstof
verliezen verbonden.
Om deze risico's zo gering mogelijk te houden, moet u
bijvoorbeeld volgende manier van omgaan met deze
meststoffen aanhouden:
ο
let op de opgebrachte hoeveelheden stikstof, fosfaat en
kalium, om een overbemesting met de aparte
voedingsstoffen te vermijden,
ο
vul gericht aan met andere meststoffen, om een optimale
voedingsstoffentoevoer voor de planten te krijgen,
ο
breng de meststoffen uit bij lagere temperaturen en bij een
bedekte hemel,
ο
bemest met deze middelen zo mogelijk bij windstilte,
ο
houdt rekening met de stand van de vegetatie
ο
houdt rekening met de hoofdvrucht of met de
bodembedekking.
•
De strooihoeveelheid [m³/ha] is afhankelijk van:
ο
de opening van de stuwschuif,
ο
de aandrijfsnelheid van de bodemketting,
ο
de rijsnelheid van de trekker.
Kleine hoeveelheden
Grote hoeveelheden
•
Gelijkmatige langsverdeling als de machine bijna leeg is:
Verhoog de aandrijfsnelheid van de bodemketting en / of
verminder de rijsnelheid van de trekker, als u merkt dat de
strooihoeveelheid duidelijk afneemt.
•
De oplegdruk op de trekker tijdens het leegdraaien van de
machine constant houden:
Hef de hydraulische liftas (indien aanwezig) op als de machine
half leeg is, als de trekkerwielen doorslippen. Let hierbij op het
hoofdstuk "Hydraulische liftas", pagina 98.
Gebruik van de machine
= Kleine opening van de stuwschuif, lage
aandrijfsnelheid van de bodemketting en
een hoge rijsnelheid
= Grote opening van de stuwschuif, hoge
snelheid van de bodemketting en lage
snelheid van de trekker
141