Instellingen
8.1
Algemene aanwijzingen
124
Let bij het gebruik van de machine op:
•
de richtlijn 91/676/EWG (in Duitsland vervangen door de
Mestverordening), als u handelsmeststoffen van dierlijke
afkomst en secundaire meststoffen verspreidt,
•
in Duitsland is bovendien de Bio-afvalverordening van
toepassing , als secundaire meststoffen zoals compost worden
verspreid,
•
de goede vakkundige praktijk voor het bemesten. Volgens goed
gebruik bij het bemesten moeten meststoffen op tijd en in
afgemeten hoeveelheden zodanig worden verspreid dat de
voedingsstoffen optimaal door de planten worden opgenomen.
De te verspreiden moeten zodanig worden gekozen, dat een
evenwicht tussen de benodigde voedingsvraag en de toe te
voegen voedingswaarden verzekerd is.
De benodigde hoeveelheden voor een juiste bemesting worden
gevonden:
•
in de vraag naar voeding van de te bemesten planten,
•
uit voedingsstoffen toevoeging en de in de bodem aanwezige
voedingsstoffen (verkregen door bodemanalyses),
•
uit de voedingsstoffengehaltes van de te verspreiden
meststoffen. Tab. 9 levert gemiddelde voedingsstoffenwaarden
van enkele handelsmeststoffen op.
Voedingsstoffenwaarden van handelsmeststoffen van dierlijke
afkomst en van secundaire meststoffen kunnen sterk schommelen:
•
afhankelijk van de diersoort, de voedering van die dieren, de
manier van dierhouden en van opslag van de meststof,
•
door verschillende toevoeging van instrooimiddelen of het
arbeidsproces.
Op grond van deze schommelingen kunnen de in Tab. 9 genoemde
gemiddelde bemestingswaarden dan ook slechts richtwaarden voor
het bemesten zijn. Deze richtwaarden geven wel een overzicht over
hoeveelheden en tendensen.
Een precieze bepaling van voedingswaarden van de grond en de
handelsmeststoffen is alleen bij laboratoriumonderzoek mogelijk. Om
deze reden is het aan te bevelen, zowel de grond als de toegepaste
meststoffen met regelmaat te laten onderzoeken, zoals de
meststoffenvoorschriften dit aangeven.
VS 2403 Stand 03.08