WEERGAVE
2.
Gebruik [ ], [ ], [ ] en
[ ] om het
selectiekader te
verplaatsen naar het
gewenste beeld. Door
op [ ] te drukken terwijl
het selectiekader zich in
de rechterkolom bevindt
of op [ ] te drukken
terwijl het selectiekader zich in de linkerkolom
bevindt, wordt doorgebladerd naar het
volgende scherm met 9-beelden.
Voorbeeld: Wanneer er zich 20 beelden in het
geheugen bevinden en beeld 1 eerst wordt
weergegeven.
1
2
3
10
4
5
6
13
7
8
9
16
3.
Door op een willekeurige toets anders dan
[ ], [ ], [ ], [ ] of de sluitertoets te drukken
wordt een volledige versie op ware grootte
getoond van het beeld waar het selectiekader
zich bevindt.
Selectiekader
11
12
19
20
14
15
17
18
Tonen van het kalenderscherm
Gebruik de volgende procedure om een kalender van 1
maand te tonen. Elke dag toont het eerste bestand dat op
die dag was opgenomen wat het gemakkelijker maakt om
het gewenste bestand te vinden.
1.
Druk tijdens de
weergavefunctie
(PLAY) tweemaal op de
zoomtoets (
• U kunt de kalender ook
weergeven door op
[MENU] te drukken, de
"PLAY" tab te
selecteren, "Calendar"
(kalender) te selecteren
en vervolgens op [ ] te
drukken om de kalender
weer te geven.
• Volg de procedure onder "Veranderen van de
datumopmaak" op pagina 164 om het datumformaat
te specificeren.
• Het op de kalender voor elke dag getoonde bestand
is het eerste bestand dat op die datum was
opgenomen.
• Druk op [MENU] of op [BS] om het kalenderscherm
te verlaten.
140
).
Datumselectiecursor
Jaar/Maand
B