• Als de giek of het platform in een stand staat waarbij
één of meer wielen van de grond zijn, moet iedereen
van de machine worden gehaald voordat getracht
wordt de machine te stabiliseren. Hijskranen, vorkhef-
trucks en ander geschikt materieel moeten worden
gebruikt om de machine te stabiliseren en personen
van het platform te halen.
Gevaar voor beknelling en botsing
• Alle machinisten en grondpersoneel moeten een
goedgekeurde helm dragen.
• Controleer het werkterrein op vrije ruimte boven, aan
de zijkanten van en onder het platform bij het heffen of
neerlaten van het platform en bij het rijden.
3122545
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Houd alle lichaamsdelen tijdens bedrijf binnen de plat-
formleuning.
• Gebruik de giekfuncties, niet de rijfunctie om het plat-
form dicht bij obstakels te plaatsen.
• Laat altijd iemand op de uitkijk staan wanneer u
ergens rijdt waar het zicht beperkt is.
• Zorg dat ander personeel tijdens het rijden en zwen-
ken op minstens 1,8 m (6 ft) afstand van de machine
blijft.
• Beperk de rijsnelheid naargelang van bodemgesteld-
heid, verkeer, zicht, helling, aanwezigheid van perso-
neel en andere factoren die botsingen of lichamelijk
letsel kunnen opleveren.
• Houd bij alle rijsnelheden rekening met de remaf-
stand. Wanneer u in de hoge versnelling rijdt, schakel
dan naar de lage versnelling alvorens te stoppen. Rijd
op hellingen uitsluitend in de lage versnelling.
• Rijd niet in de hoge versnelling in beperkte of nauwe
ruimten of wanneer u achteruit rijdt.
• Wees steeds uiterst voorzichtig om te voorkomen dat
obstakels de bedieningselementen en personen op
het platform raken of hinderen.
– JLG Hoogwerker –
1-9