HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Plaats wanneer u gaat rijden de giek altijd boven de
achteras, in lijn met de rijrichting. Denk eraan dat als
de giek boven de vooras is, de richting van de stuur-
en rijfunctie omgekeerd is.
• Help een vastzittende of defecte machine niet door
duwen of trekken of door de giekfuncties te gebruiken.
Trek de machine alleen aan de sjorogen van het chas-
sis.
• Plaats de giek of het platform niet tegen een construc-
tie om het platform te stabiliseren of de constructie te
ondersteunen.
• Breng de giek in de opbergstand en schakel alle
stroom uit voordat u de machine verlaat.
1-4
Gevaar voor struikelen en vallen
Tijdens het werk moeten de personen op het platform een
veiligheidsharnas dragen met een vanglijn bevestigd aan
een daarvoor bestemd, goedgekeurd bevestigingspunt.
Bevestig niet meer dan één (1) vanglijn aan een bevesti-
gingspunt.
– JLG Hoogwerker –
3122545