GalaXy Grade 3 Programmeer Handleiding
Menu 53 – Programmeren Uitgangen
8 = Geschakelde DC (Puls 2 sec, Positief)
Een uitgang met de functie Geschakelde DC wordt toegepast om detectoren te voeden, waarvan de voedingsspanning
moet worden weggenomen om te resetten. De functie wordt geactiveerd bij het starten van de inschakelprocedure.
Bijzonderheden : Als een detector wordt aangesloten op een uitgang met de functie Geschakelde DC dan wordt de
"+"-ingang (plus) van de detector aangesloten op de "+"-klem (plus) van de voeding. De "-"-ingang (minus) van de
detector wordt aangesloten op de uitgang met de functie geschakelde DC. De polariteit van deze uitgang blijft POS!
9 = Ingeschakeld (Meegaand, Positief)
Een uitgang met de functie Ingeschakeld is actief als één van de blokken die zijn toegekend aan de uitgang met deze
functie zijn ingeschakeld. De uitgang volgt de de status van de blokken, ingeschakeld en uitgeschakeld.
10 = Installateur (Meegaand, Positief)
Een uitgang met de functie Installateur wordt aangestuurd als de Installateurmode actief is.
11 = Reserve (Vasthoudend, Positief)
Een uitgang met de functie Reserve heeft geen uitgangsfunctie. De functie wordt toegepast op uitgangen die niet
worden gebruikt.
12 = Zones Klaar (Meegaand, Positief)
Een uitgang met de functie Zones Klaar wordt aangestuurd als alle zones van het systeem, of de toegekende blokken
gesloten zijn. De functie is actief in de dag- en nachtstand.
13 = Security (Vasthoudend, Positief)
Een uitgang met de functie Security wordt aangestuurd als een zone met een Security functie geactiveerd wordt.
De uitgang blijft actief tot een geldige gebruikerscode (nivo 2 of hoger) wordt ingetoetst.
14 = 230VAC (Meegaand, Positief)
Een uitgang met de functie 230VAC geeft de status aan van de netspanning. De uitgang wordt aangestuurd als de
230VAC wegvalt of als een zone met de functie 25 230VAC wordt geactiveerd. De uitgang valt af als de 230VAC
terugkeert of als de genoemde zone sluit.
Bijzonderheden : De aansturing van de uitgang wordt vertraagd als bij parameter 230VAC Vertraagd (menu 51.20)
een waarde is ingevuld die groter is dan 0 minuten.
15 = Accu Laag (Meegaand, Positief)
Een uitgang met de functie Accu Laag wordt aangestuurd als de noodstroomaccu van de GalaXy alarmmeldcentrale
onder de 10,5 V zakt of als een zone met de functie 23 Accu Laag geopend wordt. De uitgang valt weer af als de
spanning van de noodstroom accu van de GalaXy alarmmeldcentrale boven de 10,5 V komt of als de genoemde
zone weer sluit.
16 = Brand (Vasthoudend, Positief)
Een uitgang met de functie Brand wordt aangestuurd als een zone met de functie 19 Brand wordt geactiveerd.
Bijzonderheden : De uitgang wordt niet beïnvloed door de parameter Aantal Resets (menuoptie 51.8).
De uitgang blijft actief tot een geldige gebruikerscode (nivo 2 of hoger) wordt ingetoetst.
87