GalaXy Grade 3 Programmeer Handleiding
Systeem inschakelen met Kaart / Tag / Handzender
Proximity gebruikerkaarten kunnen worden gebruikt om het systeem in- en uit te schakelen. Dit wordt gedaan door
een MAX functie zoals Inschakelen (12) of Deelbeveiligd Schakelen (13) toe te kennen aan de gebruiker (zie ook
menu 42.1.8 MAX Functie). Als de kaart voor 5 seconden bij de MAX-lezer wordt gehouden, zal de geprogrammeerde
MAX functie worden geactiveerd.
Als aan de gebruiker een MAX bediendeel is toegekend, zal de gestarte MAX functie op dat bediendeel getoond
worden. Als geen MAX bediendeel aan de gebruiker is toegekend, zal op alle bediendelen in de toegekende blokken
"Druk op een toets" getoond worden. Als op een toets gedrukt wordt, zal op dat bediendeel de MAX functie getoond
worden. Als niet op een toets wordt gedrukt, zal na 15 seconden op alle toegekende bediendelen de MAX functie
worden getoond.
Als de kaart gebruiker blokkenkeus heeft, zal dat op het bediendeel worden getoond. De gebruiker moet dan een keus
maken uit de te schakelen blokken, gevolgd door de [ent]-toets, zoals ook bij normale PIN gebruikers. Als de gebruiker
geen blokkenkeus heeft, zal de inschakelprocedure direct beginnen.
Systeem uitschakelen met Proximity Kaarten
Het systeem of de blokken kunnen worden uitgeschakeld op MAX of KeyProx modules. Als de uitschakelprocedure
is gestart door activeren van een Laatste (01) of In/Uitgang (07) zone, zal door het aanbieden van de kaart het systeem
uitschakelen. Als de gebruiker van de kaart blokkenkeus heeft, zal eerst alleen het blok uitschakelen waarvan de
inlooptijd was gestart. De overige beschikbare blokken worden daarna op het bediendeel of de KeyProx getoond.
NOOT : De MAX- of KeyProx module moeten zijn toegekend aan één of meer blokken welke ook zijn toegekend
aan de kaart om de MAX-functie te activeren.
Opheffen en resetten van alarmen
Na een alarm worden sirenes en flitsers geactiveerd. Als een foutconditie ontstaat in de uitgeschakelde situatie, wordt
een waarschuwing gegeven. Dit bestaat uit een onderbroken piepsignaal van en/of visuele indicatie op het bediendeel.
Volgend op iedere alarm activatie, moet het alarm opgeheven en gereset worden. De activatie wordt opgeheven door
invoer van een geldige code (nivo 2.2 of hoger) welke is toegekend aan het blok in alarm of door presenteren van een
geldige proximity kaart aan een MAX-lezer of KeyProx. De geactiveerde sirenes en flitsers zullen stoppen en het
bediendeel display toont informatie over het alarm. Gebruik de [A]- en [B]-toets om langs alle activaties te bladeren.
Als de ingevoerde gebruikercode niet van voldoende nivo is om de GalaXy centrale te resetten, geeft het bediendeel
display de tekst Reset Gevraagd aan (parameter 51.63 Banner Waarschuwing moet zijn ingeschakeld), afhankelijk
van het plaatsgevonden type alarm en benodigde reset nivo.
De GalaXy centrale wordt gereset door het invoeren van een geldige code welke is toegekend aan het blok waar het
alarm is opgetreden, met voldoende nivo om het type alarm te kunnen resetten (zie ook parameter 51.6 = Systeem
Reset, 51.7 Sabotage Reset, 51.22 Paniek Reset of 51.65 Reset Nivo's). Het bediendeel display toont informatie
over de zones welke zijn geactiveerd gedurende het alarm.
NOOT : Indien een sabotage alarm is opgetreden (zone of module) kan het alarm niet worden gereset totdat de
sabotage conditie is hersteld.
De volgende inschakelprocedure van het systeem wordt verhinderd als na het voorgaande alarm geopende zones niet
meer zijn gesloten. De zoneadressen worden op het bediendeel display getoond, de bediendeel buzzers blijven echter
stil. Na het sluiten van alle zones zal de inschakelprocedure worden voortgezet.
NOOT : Als geen alarm heeft plaatsgevonden, zullen de bediendeel buzzers tijdens de inschakelprocedure snel piepen
als er open zones zijn bij de inschakelprocedure.
Systeem inschakelen
9